Op mama haar tienduizendste dag vertrekken we naar Rome. Tienduizend dagen
geleden hapte ze voor het eerst naar adem. De wereld keek naar Berlijn, waar
muren werden gesloopt. De liberale democratie won het van het communisme, het einde
van de geschiedenis werd afgekondigd. Oma en opa hadden er geen oor naar: alle
aandacht ging naar dat kleine engeltje. Tienduizend dagen later zit er een
engeltje in haar buik. Ik vierde mijn tienduizendste dag in september in Albanië,
met Jonas, Kristien en Michael. Een dag waarop een fles shampoo per ongeluk in
het gat van een Frans toilet verdwijnt en de batterij van mijn smartphone het
finaal laat afweten. Een dag voor een viriel regenfront ons twee dagen lang zou
verzuipen en ons finaal de verdoemde bergen zou uitjagen. De eerste dag in een
reeks van drie waarin ik niets kan laten weten aan je mama, waardoor ik me
ongerust maak over haar ongerustheid. Het zijn toeren die ik me niet meer zal
kunnen veroorloven als verantwoordelijke papa.
Op de dag waarop we zeker weten dat we jou mogen verwachten gaan we naar de
apotheek. Mama koopt zwangerschapsvitamientjes, ik een stappenteller: preventieve
aanpak van de papabuik. De bedoeling is tienduizend stappen per dag te zetten.
Dat lukt op mama’s tienduizendste dag maar net. De dagen erop halen we de
limiet moeiteloos: Rome is een stad die zich het best te voet laat verkennen. Rome
stond al lang in mijn reislijstje. Wat me tegenhield was een fobie voor een
overdosis kerken, archeologische sites, musea en fonteinen. Te weinig tijd voor
teveel bezienswaardigheden. Als ik er naar toe zou trekken zou het voor
minstens twee weken zijn, desnoods alleen. Uiteindelijk bond ik in: een week
zou volstaan voor de hoogtepunten. Met halfvolle buik moest mama nog wel
behoorlijk uit de voeten kunnen. We boekten een charmante Bed & Breakfast
op het Campo Marzio, op vijf minuten van de Piazza Navona.
Op mama’s 10001ste dag zetten we 17387 stappen, wat volstaat
voor een grondige verkenning van het Campo Marzio, het ghetto en de Tridente. Waanzinnig
veel moois bijeengepakt op een kleine oppervlakte. Als voorgerecht kiezen we
voor klassiek beeldhouwwerk in het Palazzo Altemps, waar we ons vergapen op een
weergaloze geboorte van Aphrodite. Nog geen 500 stappen verder staan we op de
Piazza Navona, langgerekt zoals het stadium van Domitianus dat er ooit
gevestigd was. Naar dat plein zouden we die week nog vaak terugkeren. De
riviergoden op de centrale fontein van Bernini wenden er hun blik af van de
onmogelijk gecomprimeerde Sant’Agnesekerk van Borromini. Een half dozijn kerken
later lunchen we in een typische Trattoria, waar de pasta in het volle zicht
van de klanten wordt bereid. In de namiddag volgen we de horden toeristen, van
het Pantheon naar de Trevifontein. De traditie wil dat je er een muntje over je
schouder gooit, in de fontein: zo is het verzekerd dat je naar Rome terugkomt. Naar
deze Grote Schoonheid, la grande bellezza,
wil ik blijven terugkomen, tot de ouderdom me dat onmogelijk maakt. We slepen
ons met onze laatste krachten langs de Spaanse trappen naar de Piazza del Popolo, waar we onszelf belonen met een
ijsje.
Dag 10002.
Hic iacet pulvis, cinis et nihil. Hier ligt stof, as en niets. Een grafschrift
in de Kapucijnenkerk laat weinig aan de verbeelding over. In de kelders van het
bijhorende klooster hangt een sinister sfeertje: de knoken van duizenden
overleden monniken sieren er de plafonds en muren. Sommige skeletten integraal
in monnikshabijt, andere netjes gesorteerd per botsoort, maar de meeste
gebruikt voor bizarre lusters, kruisen en abstracte motieven. In het gras van
de Villa Borghese zijn we blij dat we in het daglicht vertoeven, omringd door
jong leven. De werken in de Galleria Borghese voeren ons weer naar de
onderwereld, net als Bernini’s Proserpina die hardhandig bij de dij wordt
gegrepen door Pluto: een in marmer gehouwen verkrachtingsscène. Ook Caravaggio’s
David met het hoofd van Goliath is niet bepaald blijmoedig. Het vers gehouwen
hoofd van Goliath, waar het bloed nog van afdruipt, is een zelfportret. We
nemen de bus naar de kerk van Sint-Agnes-buiten-de-muren, waar we een
privérondleiding krijgen in de Catacomben. De menselijke resten zijn verdwenen,
maar de vroegchristelijke symbolen en inscripties zijn er nog steeds. Na al die
confrontaties met de dood is een wandeling in het levendige Trastevere
welgekomen. Op de terugweg naar de B&B drinken we een cocktail op het Campo
dei Fiori. Mama bestelt een Virgin Mojito, je bent nog wat te jong voor
alcohol. 18571 stappen.
Dag 10003: hoogtepunten van het
klassieke Rome en meer, in 21227 stappen. Het Flavisch Amfitheather vormt een
evident beginpunt, het Forum Romanum een logisch vervolg. Plaatsen die tot de
verbeelding spreken. In gedachten zie ik volkstribuun Gaius Gracchus het plebs
toespreken, dagen voor hij door conservatieve senatoren tot zelfmoord zou
worden gedwongen. Ik zie Cicero Catalina van samenzwering beschuldigen, gretig
grijpend uit zijn retorische trukendoos. De Palalatijnheuvel op en af, langs
het Circus Maximus de Aventijnheuvel op: moeder is moe. Ze rust uit op een
bankje in de Giardino degli Aranci, terwijl ik in de omgeving opzoek ga naar
snelle suikers. ’s Avonds gaan we naar een concert aan de Piazza Navona: “Muziek
in het Rome van Bernini”, luidt het programma. Nogal ironisch, voor een concert
in een kerk ontworpen door Borromini, de aartsrivaal van Bernini. Na afloop
vraagt de sopraan van het gezelschap of de baby ervan genoten heeft. We denken
van wel: een uur lang schopte je en sprong je erop los in mama’s buik, heus
niet alleen tijdens de saltarello.
Dag 10004. De zeenimf Galatea
vaart op een schelp voortgetrokken door Dolfijnen. Niet enkel vandaag, maar al
500 jaar, sinds Rafaël ze op een muur van de Villa Farnesina aanbracht. In de
namiddag dreigt een culturele indigestie, bij een bezoek aan de Vaticaanse
musea. Opnieuw een royale portie Rafaël, en die andere onbetwiste meester van
de Italiaanse renaissance: Michelangelo. Met duizenden andere krijgen we een
stijve nek van zijn plafondschilderingen in de Sixtijnse kapel. Na een dikke
vier uur Vaticaanse musea schuiven we aan voor de Sint-Pietersbasiliek te
kunnen betreden. De vermoeidheid eist haar tol: aan de voeten van Petrus wordt
mama een beetje onwel. We klokken af op 18191 stappen. Francesca, onze
gastvrouw, vraagt naar jouw geslacht en jouw naam. Ze is voorlopig de enige aan
wie we jouw naam vertellen. De rest zal moeten wachten tot na jouw eerste
ademteug.
Dag 10005. Jouw
arme moeder, in halfvolle toestand met zo’n uitslover als mij heel Rome
afstappend, in een voor de tijd van het jaar bijzonder warme lentezon. We nemen
het openbaar vervoer naar Sint-Jan van Lateranen en de Scala Santa, maar voor
de rest zijn we op onze voeten aangewezen. Ik heb het plan opgevat om een
aantal vroegmiddeleeuwse basilieken aan te doen op en om de Celioheuvel, maar
de meeste blijken gesloten. Veel vergeefse voetstappen dus. Daarna gaan we naar
de thermen van Caracalla, ruïnes van een ontzagwekkende omvang. In de kerk van
Santo Stefano Rotondo draait mijn maag een paar keer rond zijn as: het ronde
schip is ‘versierd’ met de marteldoden van een aantal bekende heiligen. Levend
gekookt, ontdarmt, gevierendeeld, onthoofd, opgehangen, omgekeerd gekruisigd, enzoverder.
Game of Thrones verbleekt bij zoveel gruwel. We zijn blij als we in de Case
Romane op de top van de Celio heidense afbeeldingen mogen aanschouwen. Alsof er
nog niet genoeg stappen zijn gezet gaat het van daar verder naar de wijk Monti,
waar we van de Italiaanse variant van het Goede Leven genieten op een terrasje.
20052 stappen.
Op dag 10006,
onze laatste dag in Rome, is het eindverdict van mijn stappenteller 18551. Het voornemen
was er minstens 5000 minder te zetten. De marathon van Rome verhindert dat: het
volledige openbaar vervoer netwerk van de stad ligt lam. We zijn dus op eigen
kracht aangewezen als we naar de Capitoolheuvel trekken. Het regent en we zijn
lang niet de enigen die het plan hebben opgevat om de Capitolijnse musea te
bezoeken. Dankzij jouw aanwezigheid in mama’s buik hoeven we niet aan te schuiven.
Het Palazzo dei Conservatori is voor een eurofiel als ik een heilige plaats:
vijftig jaar geleden werd hier het Verdrag van Rome ondertekend. De meeste
mensen komen hier voor Romeins beeldhouwwerk, en met recht en rede: een betere
verzameling van zulks is waarschijnlijk nergens ter wereld te vinden. Vanuit
het goed bewaarde Tabularium, het archiefgebouw van het Oude Rome, overschouwen
we het forum. De intense regen spoelt de oude tegels van de Via Sacra schoon. In
de namiddag wandelen we naar Santa Maria Maggiore, waar het ooit in augustus
zou gesneeuwd hebben. Onze derde Pauselijke basiliek in amper drie dagen: de
vierde, Sint-Paul Buiten de Muren, zal voor een volgende reis zijn.
Nu we op jou
wachten tellen we niet zozeer de dagen, maar de weken en de volle manen.
Binnenkort week 37, je bent er bijna. Sinds november telden we acht volle
manen, na de negende zullen we jou in onze armen nemen. Hoeveel dagen zal je
leven tellen wanneer jij voor het eerst een centje over je schouder in de
Trevifontein gooit?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten