Een gesprek met milieujurist Hendrik Schoukens
Hendrik Schoukens studeerde in 2005 af als jurist aan de KU Leuven. Na bijkomende
studies in het milieurecht combineerde hij zijn werk als milieu-advocaat met
een doctoraat aan de UGent, dat hij in 2017 met succes verdedigde. Zijn
onderzoek zoomt vooral in op het Europese natuurbeschermingsrecht. Hij is een van
de academische initiatiefnemers achter de bijzondere
klimaatwet die op 1 februari werd voorgesteld.
Kan je eens kort uitleggen wat milieurecht precies inhoudt?
Milieurecht is een relatief
recente tak van de wetgeving, die in de jaren zeventig is ontstaan als antwoord
op een aantal milieu-uitdagingen zoals luchtverontreiniging en
biodiversiteitsverlies. Als je het heel strik bekijkt gaat het om specifieke
verdragen of wetten met een expliciet milieu-oogmerk, denk maar aan het
biodiversiteitsverdrag, klimaatverdragen en richtlijnen tegen
luchtverontreiniging. We merken ook dat die milieuwetgeving, ondanks het feit
dat die wel op enige successen kan bogen, een aantal tekortkomingen telt. Zo
wordt de wetgeving niet altijd strikt gehandhaafd, omdat er vaak
belangenafwegingen spelen waarbij natuur en milieu aan het kortste eind
trekken. Je kan het milieurecht ook ruimer definiƫren. Eigenlijk zou je kunnen
stellen dat het ook algemene rechtsbeginselen omvat die een impact kunnen
hebben op het milieu. In de Klimaatzaak beroept men zich niet enkel op
expliciete milieuwetten, omdat men vaststelt dat die soms niet ver genoeg gaan.
Dan bouwt men voort op algemene rechtsbeginselen die al honderden jaren
bestaan, zoals het principe van de zorgvuldige huisvader, de bonus pater familias, waarbij men
argumenteert men dat een zorgvuldige overheid een beleid voert op basis van de
wetenschappelijke consensus inzake klimaat. Ironisch genoeg kan je zo, op basis
van principes die buiten het expliciete milieurecht liggen, toch een overheid
aanzetten tot meer milieu-actie.
© Hendrik Schoukens |
Heeft de natuur rechten op zich, zoals personen dat hebben?
Als de natuur rechten op zich zou
hebben, dan zou er geen milieuwetgeving nodig zijn. Nu regelen we de natuur via
specifieke wetgeving. Dan zeg je bijvoorbeeld: onder bepaalde voorwaarden mag
je kraaien bejagen. Recent is er commotie ontstaan omtrent een uitspraak van de
Raad van State over de bestrijding van kraaien. Als gevolg van die uitspraak zijn
wolven niet langer beschermd. Dat zat in hetzelfde besluit, dus is dat samen
vernietigd. Als de natuur rechten zou hebben zou dat eigenlijk geen probleem
zijn, want die wolf zou dan recht hebben op basisbescherming. Nu maken we
lijstjes op met soorten die speciale bescherming genieten. De natuurwetgeving
kent dus op indirecte manier rechten toe. Het andere uiterste zou zijn dat we
de wolf directe rechten toekennen. Dan zou het uitgangspunt kunnen zijn dat je
onder geen beding een wolf mag doden, tenzij die wolf jouw leven in gevaar
brengt. Dat is een heel strikte belangenafweging, een beetje zoals je bij
mensenrechten ook hebt. We hebben rechten die aan onszelf kleven als mens. Die
zijn zo fundamenteel dat ze in de grondwet staan, en dat het eigenlijk niet
mogelijk is om daar specifieke ‘menswetgeving’ rond te maken. Bij de natuur is
het anders. De natuur is in ons Westers rechtssysteem een object.
© www.ecopedia.be |
Staan we in Europa verder dan elders wat betreft natuurbescherming?
We hebben in Europa een redelijk
progressieve benadering van het milieurecht. Nochtans is Europa, in een
tijdschaal van enkele millennia, het continent waar de natuur het meeste
verdwenen is. De Europese Habitat- en Vogelrichtlijn beschermen de weinige
natuur die er nog is, via een ecologische netwerkbenadering (het Natura 2000
netwerk, nvdr.). Als de lidstaten die richtlijnen goed toepassen, dan kan daar
op zijn minst het verlies aan natuur mee gestelpt worden. Op termijn zit je een
beetje met een scheefgetrokken situatie, nu de natuur elders in de wereld
vogelvrij is verklaard. Binnenkort hebben we meer wolven en beren in Europa dan
dat er in Afrika nog leeuwen en luipaarden rondlopen, ondanks het feit dat het
aandeel echte wildernis in Europa heel beperkt is. Een aantal wilde dieren
hebben zich in Europa weten aanpassen aan ‘menselijke’ natuur.
Hoe staan we ervoor in Vlaanderen qua natuur- en milieuwetgeving? Zijn
we bij de betere leerlingen in Europa?
Enkele jaren terug heeft het
dossier van transportbedrijf Essers heel wat beroering gewekt. Het betrof een
stukje Europees beschermd bos dat zou moeten wijken voor de uitbreiding van het
bedrijf. De commotie toen heeft geholpen om het idee te ondersteunen dat die
natuur beschermingswaardig is. De tijd dat men voor dergelijke zaken vlot
vergunningen uitreikt, lijkt nu voorbij, maar onze wetgeving is zeker niet
perfect. De focus ligt voornamelijk op Natura 2000 gebieden. Een voorbeeld ter
illustratie. Honderd meter van mijn huis lag een moerasje, dat hier tientallen
jaren geleden gekomen was op een drassig stuk grond. Plots, in een droge zomer,
had iemand dat volledig kaalgekapt, met de intentie om het vervolgens te
draineren. Ik heb dat laten stilleggen door natuurinspectie. Achteraf heb ik
eens gepolst bij de lokale afdeling van Natuurpunt. Ze vertelden me dat ze niet
wisten dat natuur in landbouwgebied beschermd kan worden. Het is toch markant
dat zelfs de natuurmensen de natuurwetgeving niet voldoende kennen, of niet
durven toepassen. De wetgeving is te complex. We hebben ons in Vlaanderen
gespecialiseerd in alles in hokjes te plaatsen, vanuit het idee dat het zo
juridisch duidelijk is. Moerassen mag je niet beschadigen, maar de vraag is:
wat is een moeras? Juridisch moet je rechtszekerheid bieden, maar door te
focussen op rechtszekerheid zijn we het totaalplaatje kwijt.
© Yves Adams, www.ecopedia.be |
We staan voor grote uitdagingen op milieuvlak. De biodiversiteit is in
vrije val, de klimaatverandering lijkt te versnellen. Wat kan het recht
betekenen om die tendensen te keren? Kan een klimaatwet deel uitmaken van de
oplossing?
Een klimaatwet is een eerste stap,
zeker als er duidelijke doelstellingen in zijn geformuleerd. Zo’n klimaatwet
kan ook dienen om via gerechtelijke weg te overheid bij de les te houden in
geval van onvoldoende beleidsacties. Persoonlijk vind ik ook dat we de natuur
terug een plaats moeten geven in het leven van de mens, en dat moet ook door de
maatschappij erkend worden in de vorm van wetgeving. We leven te veel alsof de
natuur er voor ons is. Dat is deels wellicht een gevolg van hoe we geƫvolueerd
zijn als soort. Ik denk dat we op een kantelpunt komen, waarbij het ook voor
onszelf van belang is dat we de integriteit van de natuur bewaren. Ook voor het
klimaatprobleem kunnen we naar de natuur kijken voor oplossingen. Een derde van
de klimaatinspanning kan gebeuren via de natuur, onder meer door moerassen te
herstellen en bossen uit te breiden. Dat is een enorme hefboom om van het
klimaatprobleem iets positief te maken: meer natuur.