zondag 29 december 2019

Daafs Selectie 2019 - Deel 2

Het laatste jaar van de jaren '10 had muzikaal heel wat te bieden. Ik geef u graag de 20 albums mee die me het meest zijn bijgebleven. Doe er uw voordeel mee. Supertips zijn gemarkeerd met een asterisk *. Dit is het tweede tiental uit een selectie van twintig. De eerste tien vind je hier.

*Bon Iver - i,i (Release date 9/8/2019)


Tweemaal zag ik Bon Iver live: in oktober 2018 in Vorst Nationaal, en in het late voorjaar op Best Kept Secret. Het mag duidelijk heten dat Justin Vernons muziek beter tot zijn recht kwam aan het meer van de Beekse Bergen dan in de betonnen bunker van Vorst. Niets deed echter vermoeden dat er een nieuw album zat aan te komen die laatste avond van mei: er sloop geen enkel nieuw nummer in de setlist. i,i is het laatste deel van een vierluik geïnspireerd op de vier seizoenen. Het is geen stormachtige en uitgeregende herfst geworden, maar een heldere voortzetting van de zomer, zij het zonder de broeierigheid van voorganger '22, a million'. 

Lana Del Rey - Norman Fucking Rockwell! (Release date 30/8/2019)


Eerlijk? Ik was tot voor kort niet overtuigd van Lana Del Rey: te veel poseur, te weinig authentiek. Na de release van het vlekkeloze 'Norman Fucking Rockwell!' moet ik dat oordeel bijstellen. Ze is nu helemaal wie ze daarvoor al wilde zijn: de verpersoonlijking van de Amerikaanse popcultuur en chroniqueur van de mythe van de American Dream.

*(Sandy) Alex G - House of Sugar (Release date 13/9/2019)


De releases van Alexander Giannascoli zorgen niet voor instant bevrediging, maar eens je door het pantser van de occasionele dissonantie geraakt, liggen de parels voor het rapen. Ik zit nu al twintig luisterbeurten ver en ik zit nog op een stijgende marginale nutscurve. Wat op het eerste gehoor een potpourri lijkt, wordt na een poosje een opvallend coherent geheel.

John Ghost - Airships Are Organisms (Release date 27/9/19)



Voor frontman-gitarist Jo De Geest en de zijnen is de tweede langspeler 'Airships Are Organisms' de plaat van de grote doorbraak. Nochtans was hun filmische blend van jazz, progrock en minimalisme ook al op debuutplaat 'For a Year They Slept (2016) te horen. Het belangrijkste verschil is de meer uitgekiende productie, de hand van Noorse producer Jørgen Træen. Met puike recensies in onder andere The Guardian en The Financial Times reikt het succes van dit sextet tot ver voorbij de Gentse stadsring. 

DIIV - Deceiver (Release date 4/10/19)



Het is een hele geruststelling dat er ook in 2019 nog uitstekende gitaarrock werd uitgebracht. Het derde album van de Amerikaanse indierockers van DIIV lijkt wel duidelijk geïnspireerd op het beste van het jaar 1991, met name 'Nevermind' van Nirvana en 'Loveless' van My Bloody Valentine. Mij hoor je daarover niet klagen.

Angel Olsen - All Mirrors (Release date 4/10/19)


Dat Angel Olsen een ongelooflijk straffe zangeres en songschrijver is, bleek al uit eerdere releases, maar op een bedje van strijkers (de bijdrage van componist Ben Babbitt) bekoort haar stem nog meer.

*Big Thief - Two Hands (Release date 11/10/2019)


Met een plaat van Big Thief in Daafs Selectie 2017 en een soloalbum in Daafs Selectie 2018 lijkt Adrianne Lenker geabonneerd op deze lijst. Big Thief prijkt nu zelfs tweemaal in dit eindejaarslijstje. Welke hedendaagse bands brengen - met een tijdspanne van 5 maanden ertussen - twee uitstekende platen uit? Ik moet spontaan aan The Beatles denken (Help! en Rubber Soul, beiden 1965). Tussen 'Two Hands' en 'U.F.O.F.' is het onmogelijk kiezen - een van de redenen waarom deze lijst niet als ranking aan u wordt gepresenteerd.

Corridor - Junior (Release date 18/10/2019)


Met acts als Arcade Fire, Goodspeed You! Black Emperor en Grimes is Montréal eerder al vruchtbare indiegrond gebleken. Corridor is een aardige aanvulling van dat lijstje. Het viertal tekende voor hun derde album bij Sub Pop, als eerst Franstalige act bij dat label. 'Junior' bulkt van de jeugdige spontaniteit en doet vaagweg aan het debuut van Vampire Weekend denken.

*Michael Kiwanuka - KIWANUKA (Release date 1/11/2019)


De Engelsman Michael Kiwanuka werd aan het begin van zijn carrière door BBC uitgeroepen tot 'Sound of 2012'. Drie albums ver kunnen we de dames en heren van de Britse omroep enkel maar prijzen voor hun rake intuïtie. Met zijn familienaam in hoofdletters als albumtitel en een portret in koninklijke plunje op de albumhoes is de ambitie al duidelijk nog voor de naald de plaat roert. Deze warmbloedige en rijkgeorkestreerde suite lost moeiteloos te verwachtingen in.

*FKA twigs - MAGDALENE (Release date 8/11/2019)


Op haar debuut 'LP1' (2014) presenteerde Tahliah Debrett Barnett zich als een zelfverzekerde en dartele Afrodite. In de vijf lange jaren tot de release van 'MAGDALENE' werd er in haar ziel en lijf gesneden, pijn die ze verwerkte in een verzameling introspectieve en adembenemende songs.

maandag 23 december 2019

Daafs Selectie 2019 - Deel 1

Het laatste jaar van de jaren '10 had muzikaal heel wat te bieden. Ik geef u graag de 20 albums mee die me het meest zijn bijgebleven. Doe er uw voordeel mee. Supertips zijn gemarkeerd met een asterisk *. Dit is het eerste tiental uit een selectie van twintig. De tweede tien vind je hier.

Westkust - Westkust (Release date 3/1/2019)




De Zweedse band Westkust mag dan wel - inderdaad - van de Zweedse westkust afkomstig zijn (Gothenburg meer bepaald), toch is het Zweedse woord voor 'westkust' niet 'westkust', maar 'västkusten'. Kennis die niet noodzakelijk is om van deze rechttoe-rechtaan shoegaze te genieten, maar ik dacht: ik geef het maar mee.

Sharon Van Etten - Remind Me Tomorrow (Release date 18/1/2019)



Vijf jaar na de vorige release (Van Etten werd in tussentijd moeder) is 'Remind Me Tomorrow' tegelijkertijd een 'retour en pleine forme' als een stijlbreuk, met synths die het van de gitaar hebben overgenomen. De tweede single, het elegische 'Seventeen', springt eruit, met naar het einde toe een hartsschreeuw die door merg en been gaat.

Julia Jacklin - Crushing (Release date 22/2/2019)




De single 'Head Alone' mag dan vrolijk binnenkomen in de oren, de tekst en videoclip liegen er niet om: als aanrakingen veeleer tot irritatie leiden dan tot de vrijstelling van oxytocine, dan is het begin van het einde ingezet. 'Don't Know How To Keep Loving You', klinkt het wat verder in de tracklist veelbetekenend.

The Gloaming - The Gloaming 3 (Release date 22/2/2019)




Twee van Ierlands beste fiddlers (Martin Hayes en Caoimhín Ó Raghallaigh), de Amerikaanse producer Thomas Barttlet (die zijn sporen verdiende bij onder andere Sufjan Stevens, St. Vincent, Rhye en Norah Jones), aangevuld met de Amerikaans-Ierse gitarist Dennis Cahill en de traditionele Ierse zanger Iarla Ó Lionáird: ziedaar het recept voor supergroep The Gloaming. Op het raakvlak van Ierse folk en minimalisme ontstaat magie waarvan ik hoop dat ze ooit eens in onze contreien live te bekijken en beluisteren zal zijn. 

*The Japanese House - Good at Falling (Release date 1/3/2019)



Haar korrelige stem, hoe ze haar rechtshandige gitaar omgekeerd vasthoudt, maar natuurlijk ook de kwaliteit van haar songs: ik ben ontroerd door deze 'The Japanese House' (nom de plume van de Engelse Amber Bain). In haar uitstekende full-length debuut verwerkt ze de relatiebreuk met collega-chanteuse Marika Hackman en het verlies van een dierbare. De plaat is geen toevalstreffer: de vier voorafgaande EPs zijn evenzeer van uitstekende kwaliteit.

*Aldous Harding - Designer (Release date 26/4/2019)






Dat er in Nieuw-Zeeland rare vogels rondlopen, was al langer geweten, maar qua excentriciteit overtreft Aldous Harding de gemiddelde kiwi toch ruimschoots. Ik zag haar live aan het werk op Best Kept Secret, met twee belangrijke vaststellingen: (1) haar vocale acrobatie is op het podium even indrukwekkend als op plaat, en (2) alleen al in haar ogen kijken is al voldoende om stoned te worden.

*Big Thief - U.F.O.F (Release date 3/5/2019)



Nu Big Thief in 2019 helemaal is doorgebroken, wil ik toch even dit kwijt: ze stonden met hun tweede langspeler Capacity al op één in mijn Daafs Selectie 2017. Muzieksnobs als ik pakken er graag mee uit dat ze bands al voor hun doorbraak ontdekten, vandaar. U.F.O.F. werd opgenomen in de landelijk gelegen Bear Creek Studio in Washington State, wat het pastorale karakter van de plaat goeddeels verklaart.

*Bill Callahan - Shepherd in a Sheepskin Vest (Release date 14/6/2019)



Bill Callahan herdefinieert het begrip midlifecrisis, door rond de leeftijd van 50 te huwen en vader te worden. Op zijn nieuwste langspeler maakt hij ons deelgenoot van dat huiselijk geluk, waarmee hij aantoont dat niet enkel hartzeer prachtplaten oplevert. Als vanouds klinkt zijn bariton berustend en zijn de lyrics van literair niveau, maar deze 'Shepherd in a Sheepskin Vest' is misschien wel zijn beste tot nog toe.

Hatchie - Keepsake (Release date 21/6/2019)




De Australische Harriette Pilbeam kwam vorig jaar op de radar met de EP 'Sugar & Spice', en bevestigde in 2019 met LP 'Keepsake'. De plaat is meer Sugar dan Spice: suikerrock voor zoetebekken, maar desserts nuttigt men best met mate. Er mag volgende keer wat meer peper in.

*Purple Mountains - Purple Mountains (Release date 12/7/2019)




Een laatste toegift aan de wereld voor David Berman ons ontviel, zo moeten we 'Purple Mountains' helaas opvatten. Minder dan een maand na de release stapte hij uit het leven, hoewel er een tour gepland stond. 'Purple Mountains' blijft moeiteloos overeind naast het beste werk van Silver Jews. Humor en verdriet schurken tegen elkaar aan op dit muzikale testament. 'If no one's fond of fucking me/Maybe no one's fucking fond of me'. Dat laatste is met zekerheid niet waar. 

zaterdag 23 november 2019

Dag Luc - update van een brief uit 2013

Toen ik vernam dat je overleden was, op die kille zaterdag eind november, was ik op weekend met een organisatie die jonge mensen samenbrengt rond duurzaamheidsthema’s. Na een verfrissende wandeling op de Hagelandse Wijngaardberg sprak mijn vriend Jonas de woorden: “Daaf, Luc De Vos is overleden”. Ik had je het jaar voordien nog geschreven over hoe jouw muziek en teksten me door mijn adolescentenjaren hadden geloodst, maar naderhand aan relevantie hadden verloren. Dat laatste had ik niet mogen neerschrijven. De schok en het ongeloof die me beving toen ik het nieuws vernam dat je er niet meer was, gaf aan dat je nog steeds van betekenis voor me was. Daarin was ik niet alleen: met ruim tienduizend stonden we in een zwakke decemberzon op het Sint-Pietersplein om je uit te zwaaien. Wat een meezingmoment had kunnen worden toen je kist werd buitengedragen op de tonen van ‘Mia’, werd gesmoord in collectief verdriet. Na je stervensjaar 2014 uitgeleide te doen aan de Portus Ganda, bij de samenvloeiing van Leie en Schelde, konden we niets anders dan het nieuwe jaar inzingen met jouw liedjes.

Wat sta jij daar te doen als antiheld tussen mijn muzikale helden? Is het omdat we in hetzelfde dorp, Gent, woonden? Komt het omdat je lang voor mijn tijd op de banken van dezelfde school, het Sint-Lievenscollege, hebt gezeten? Komt het omdat ik lang gedacht heb dat ik, net als jij, een muurbloem was die pas in een verre toekomst tot bloei zou komen? Omdat je ooit opkwam voor de gemeenteraadsverkiezingen met de slogan “Leve de sterren”? Mijn geschiedenis met jou begon in mijn vroege tienerjaren. Tijdens de nacht waarin het jaar 2000 moest wijken voor het jaar 2001 dansten we met het hele gezin op te tonen van je debuutplaat Gorky. Eigenlijk betrof het eerder springen dan dansen, daar in de keuken, met de volumeknop stevig naar rechts gedraaid. In de jaren daarna heb je me als een gids door mijn apenjaren geleid.


  
Jouw beste werk kwam eerst. Het album Gorky, in 1992 uitgebracht, is een Nederlandstalige klassieker. Een plaat zonder noemenswaardig dieptepunt. Jammer dat ‘Mia’ met alle aandacht gaat lopen. Ik vermoed dat je dat liedje mettertijd wat was beu gezongen. Zonde, want in wezen blijft het een steengoede song. Tijdens een tweedaagse bergtocht in het Zwitserse Graubünden op een zomerkamp met de veertienjarigen werd ‘Mia’ duchtig door iedereen meegezongen. ‘Lieve Kleine Piranha’ en ‘Anja’ slaagden er ook in de stembanden in beweging te brengen. Als ik echter ‘Wacht niet te lang’ of ‘Boze wolven’ inzette, moest ik het alleen zien te rooien. Omdat ik geen groot zangtalent ben werd me dat niet in dank afgenomen. Ik liet me daar niet door uit het lood slaan. Als anderen het recht hadden de hele troep te irriteren door op grassprietjes te fluiten, had ik het recht om jouw liedjes te kwelen. De eerste en enige keer dat ik met mijn stem lof heb geoogst was trouwens toen ik ‘Arme jongen’ vertolkte op het strand van de Blaarmeersen, begeleid door een goede maat op gitaar. Laten we eerlijk zijn: jij was ook niet de beste zanger. Gelukkig valt dat op ‘Gorky’ niet echt op. Met passie en inleving haalde je het maximale wat uit je stem te halen was. Heerlijke teksten trouwens. “De heldentocht in de file” waarvan sprake in ‘Soms vraagt een mens zich af’ probeer ik angstvallig te ontlopen. Geef mij maar werk waar ik al stappend, trappend of sporend naartoe kan pendelen. Voor de rest een zeer stichtend refrein: “We bouwen aan de toekomst/We leven voor elkaar/We bouwen aan de toekomst/We houden van elkaar/Hier heerst vrede/Er is hoop voor iedereen”. Zeer geschikt voor de zondagmis, maar dat is buiten die twee strofes gerekend waarin je bezingt hoe je op de achterbank van een auto de liefde bedrijft met iemand die we tegenwoordig een ‘milf’ zouden noemen.

In ‘Eisen van de romantiek’ heb je het over het onvermogen om klaar te komen, terwijl je het in ‘Geef al je geld aan de arme kinderen’ hebt over handen die naar ontucht verlangen. Ik had op mijn twaalfde al goed door waarover je het had. Het waren verwarrende tijden. Ik was min of meer verliefd op de zangeres van The Corrs. Wat later had ik een oogje op een meisje van de parallelklas, in de overtuiging dat ze wat trekken had van Andrea Corr. Dat was buiten haar haren gerekend, die niet ravenzwart maar stroblond waren. Mijn muzieksmaak bevond zich toen in een ingrijpende transitie. De jaren daarvoor waren Bach en Mozart mijn absolute idolen geweest, maar in het zesde leerjaar begon ik langzaam maar zeker meer moderne genres te appreciëren. Die transitie is niet vlekkeloos verlopen: op een bepaald moment luisterde ik hoofdzakelijk naar gedrochten als Limp Bizkit, The Offspring en Linkin Park. Van Limp Bizkit heb ik trouwens een CD (wellicht de grootste stinker van mijn collectie) met het keurmerk ‘Parental Advisory Explicit Content’. In die jaren vond ik het merkwaardig dat jouw CD’s niet van dit logo voorzien waren. Het zal door dat Nederlands geweest zijn. Eenmaal het woord “klaarkomen” was voor mij meer choquerend dan de 48 “fucks” in het liedje ‘Hot Dog’ van Limp Bizkit.



Op het live-album ‘Boterhammen’ valt het op dat zowel ‘Boze wolven’ als ‘De redder’ in essentie folknummers zijn. Ik moet toegeven dat ik de “lieveling” uit de ‘De Redder’ (en de “lieveling” uit ‘Het Einde is nabij’) steeds als ‘Lieve Lien’ begreep, wellicht omdat er in het eerste middelbaar een Lien in mijn klas zat. Lief was ze zeker. Iedereen leek verliefd op haar, behalve ik. Misschien had ik het meer voor de “Brave hoer Martine” uit ‘Ooit was ik een soldaat’. Een jaar erop, in 1993, hielden je bandleden het voor het bekeken en wisselde je bandnaam van eindletter. Met de nieuwe bezetting trok je naar Senegal om er ‘Hij Leeft’ op te nemen. Wat mij betreft is die plaat de meest eerlijke en ontroerende die je uit je polderromantische geest hebt weten te puren. Hoewel op geslaagde wijze West-Afrikaanse invloeden in de muziek zijn geslopen, lijkt de plaat uitermate geschikt voor een druilerige regendag in Belgenland. De melancholie van opener ‘In Onze Landen’ is in ons taalgebied onovertroffen. “Ik zie je huilen/En je schuilt/In je toren/En je huilt”, gezongen met een kwetsbare falsetstem. De lange instrumentale outro doet denken aan Ali Farka Touré, maar dan met Wippelgemse weemoed. ‘Berejager’ (zonder tussenletter, de spellingswijziging van 1995 had zich nog niet voltrokken) begint met gelijkaardig snarenspel, maar vervelt al snel tot een rechttoe rechtaan rocksong.  In ‘Hij is alleen’ heb je het over de jongen die je vroeger was, een jongen waarmee ik me tijdens mijn puberteit in grote mate kon identificeren. Je zingt “Hij droomde dat je van hem hield”. Bij mij ging het net zo, hobbelend van de ene platonische verliefdheid naar de andere. Alleen was het voor jou reeds jaren achter de rug en zat ik er nog tot over mijn oren in, de redding bijlange nog niet nabij. ‘Samen in dat donkere huis’, een ingetogen nummer dat enkel wordt gedragen door jouw stem en een piano, bevat de heerlijke oneliner “Net als voetbal, is God overal”. In het prachtige ‘Vader Wij Wachten’ refereer je naar Matteüs  8: 2-22: “Je hoeft alleen te spreken, en ik zal genezen”. Door mijn veelvuldige deelnames aan eucharistievieringen voorafgaand aan mijn vormsel staan dit soort zinnetjes in mijn geheugen gebrandmerkt. Ironisch genoeg hoefde ik na mijn plechtige communie niet meer verplicht naar de kerk te gaan op zondag. Ook de vele cadeaus die ik in ontvangst mocht nemen tijdens het bijhorende feest waren mooi meegenomen. Het enige wat de heilige geest mij in die periode heeft nagelaten zijn frasen als “Zeggen wij dank aan de Heer onze God, hij is onze dankbaarheid waardig”.

Het album ‘Monstertje’ uit 1996 is een stapje terug ten opzichte van je eerste langspelers, maar je had de lat dan ook hoog gelegd met die twee Vlaamse instantklassiekers. Er staan maar liefst 17 tracks op, maar slechts enkele die boven de middelmaat uitsteken. In heb het wel voor opener ‘Billy lag te slapen’. In de vroege jaren 2000 kenden de cd-r en illegale downloadsites zoals Napster een steile opgang, wat me toeliet om zelfgemaakte compilatie-cd’s samen te stellen. ‘Billy lag te slapen’ had de eer Volume 3 van mijn compilatiereeks te openen, ergens in het voorjaar van 2002. Wat te denken van het titelnummer en ‘Ik Zie Het Licht’? Mooie nummers die op geslaagde wijze zijn georkestreerd, maar zo lijzig ingezongen. Ook bij opvolger ‘Ik Ben Aanwezig’ uit 1998 heb ik dubbele gevoelens. Een zeer ambitieuze plaat, maar ook de eerste waarin de typische synthesizersound opduikt die veel van je latere werk ontsiert, als een schimmellaagje op een bedorven boterham. ‘Vaarwel Lieveling’ en ‘Punk Is Dood’ zijn breed uitwaaierende songs die met wat minder opsmuk beter tot hun recht hadden gekomen. ‘Eindelijk Vakantie’, in 2000 op de markt gegooid, is bescheidener van opzet. ‘XTC’ is een sterke single, en ook een aantal albumnummers behoren tot mijn persoonlijke favorieten, zoals ‘Duitsland Wint Altijd’, dat nochtans de kenmerkende ‘schimmelsynths’ bevat. Ook het de bedaarde gitaarsong ‘Mijn Bed Is Zwaar En Groot’ kan me wel bekoren. ‘In Mijn Betere Wereld’ is heerlijk gearrangeerd. Ik liet die song ooit horen tijdens een spreekbeurt over de romantiek, naast een gedicht van Heinrich Heine op muziek van Hugo Wolf, om te illustreren dat er ook hedendaagse artiesten waren die zich van romantische stijlkenmerken bedienden. ‘Vooruitgang’ uit 2002 is de eerste plaat van Gorki die ik heb ontdekt in het jaar van de release zelf. Ik moet opbiechten dat ik de verzen “Laat mij nog iets weten/Je mag mij niet vergeten/Ik leef onder de sterren/Die jij ziet aan de hemel” uit ‘Tijdbom’ eens heb gerecycleerd in een liefdesbrief zonder naar het bronmateriaal te refereren. Ook de titelsong en ‘De Olifant Is Grijs’ hoort bij het betere werk in je liedcatalogus. Weinigen weten dat je onder de vlag van ‘Automatic Buffalo’ een Engelstalige plaat hebt uitgebracht. ‘Party People’ is één van de eerste CD’s die ik op eigen houtje aanschafte. ‘Let’s Have A Revolution’, de titel van het openingsnummer, is een devies dat ik in de praktijk probeerde te brengen tijdens mijn tweede jaar op het college. Het plan was onder andere om de leerlingenraad meer bevoegdheid te geven en de gevestigde orde op haar grondvesten te doen daveren. Verder dan een op hoongelach onthaalde toespraak op de speelplaats ben ik helaas niet geraakt.



In 2004 bracht je ‘Plan B’ uit. Omwille van het feit dat de release synchroon verliep met de periode van mijn jeugd waarin mijn puberale gevoelens zich van het ene naar het andere uiterste slingerden, is het album van grote betekenis voor me geweest. Ik was toen vijftien jaar en maakte deel uit van een vriendenbende die de gewoonte had om op vrijdag in het gras bij de Sint-Baafsabdij of het Klein-Begijnhof te voetballen en ‘verkrachtertje’ te spelen, een spel dat op jongerenreizen van de christelijke mutualiteit zedig ‘Ridders en Prinsessen’ werd genoemd. Op een vroege lentedag in dat jaar kwam ik je, op weg naar het begijnhof, tegen in de Lange Violettestraat. Ik begroette je met “Dag Luc”, hetgeen je kordaat beantwoordde met “Hoi”. De single ‘Een schaduw in de schemering’ en ‘Engeland’ zijn zeker vermeldenswaardig. In ‘Donkere stille gangen’ roep je, geruggensteund door een treurige hoorn, de sfeer op van de jaren toen je school liep op het Sint-Lievenscollege. De “geur van bleke jongens” was daar in mijn tijd nog steeds niet verdreven. Bij het beluisteren van het titelnummer krijg ik nog steeds een beetje kippenvel. Het “mooi meisje” waarvan sprake heette toen Xandrien, en “Weet je nog die fuif/Hoe gezellig het toen was” ging voor mij over een chirofuif in Sint-Kruiswinkel. Een simpele slow was toen buitengewoon sensationeel. De gewaarwording van meisjesborsten tegen mijn lijf en mijn armen om meisjesheupen bracht keer op keer een ongekende hormonenstorm op gang: “Zolang het duurde was het fijn”. Het lijdend voorwerp van mijn begeerte ging niet in op mijn avances, het zou nog twee jaar duren voor ik het eerst een meisjesmond mocht proeven. Tegen dan had je ‘Homo Erectus’ uit, maar leek ik jouw muziek wat ontgroeid. Alleen het lichtelijk homo-erotische ‘Zomer van de liefde’ kon ik wel smaken. Van ‘Voor rijpere jeugd’ uit 2008 onthoud ik enkel de single ‘Veronica komt naar je toe’, waarin je vocaal uithaalt als op je debuutplaat. Van ‘Research & Development’, je laatste worp, is hoegenaamd niets blijven plakken. Toch bleef ik hopen op die goede plaat die je zeker nog in je had. Het is me zelfs voorgevallen dat ik over die plaat droomde: een rode albumcover met een mooi meisje op. 

Je bleek een uitstekende gids in de jaren van smartelijke liefdesbrieven, gekwelde dagboekfragmenten en kortstondige bevliegingen, maar in een tijd waarin de realiteit van alledag de meeste opflakkerende dromen ogenblikkelijk in de kiem smoorde leek je voor mij aan relevantie verloren te hebben. Tenminste, dat schreef ik je in 2013. Ik kan vandaag, op een grijze zaterdagnamiddag eind november, enkel vaststellen dat ik me daarin vergiste. ‘Hij Leeft’ ligt hier op. Van jouw werk kan ik hetzelfde zeggen.

vrijdag 27 september 2019

Reactief Stikstof: overdaad schaadt


Door de aandacht voor de stijgende CO2-concentraties in onze atmosfeer raakt het probleem van een overmaat aan reactief stikstof in het milieu een beetje ondergesneeuwd. Volgens een studie uit 2015, gepubliceerd in het toptijdschrift Science, is het stikstofprobleem naast klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en veranderingen van landgebruik een van de meest prangende wereldwijde milieuproblemen. Zowel koolstof als stikstof volgen een natuurlijke cyclus die – omwille van menselijke ingrepen – grondig verstoord is. In het geval van klimaatverandering is die verstoring te wijten aan de grote hoeveelheid fossiele koolstof die we uit de grond opdiepen ten behoeve van onze energievoorziening, wat een hele hoop CO2 in de lucht pompt die niet meer door de biosfeer kan worden gecapteerd. In het geval van stikstof is de cyclus ontregeld door een aantal processen die het weinig reactieve stikstofgas (N2) omzetten naar reactieve verbindingen. De belangrijkste zijn het Haber-Boschproces voor de productie van ammoniak (NH3), en de vorming van stikstofoxiden (NOx) bij verbrandingsprocessen.

Het planetaire grenzen diagram laat zien dat de biochemische cyclus van stikstof (Nitrogen in het Engels) zodanig verstoord is dat de draagkracht van de Aarde overschreden is[1].


Een component met twee gezichten

Als onderdeel van onder andere aminozuren, de moleculaire bouwblokken van eiwitten, en nucleotiden, de bouwblokken van DNA en RNA, is stikstof essentieel voor al het leven op Aarde. Het leeuwendeel van onze atmosfeer (78%) bestaat uit stikstofgas en vormt daarmee een gigantisch reservoir aan weinig reactief stikstof. Dat stikstof is niet rechtstreeks beschikbaar als voedingsstof voor organismen: daarvoor moet het eerst worden omgezet in een geoxideerde (NOy) of gereduceerde (NHx) verbinding. De whereabouts van dit reactief stikstof in het milieu doen denken aan de titel van het legendarische Nederlands televisieprogramma ‘Ter land, ter zee en in de lucht’.  Gedurende een paar rondjes door de stikstofcyclus vertoeft het als anorganische stof in de bodem, het water en de atmosfeer, of als biomassa in planten, dieren, schimmels en bacteriën. Uiteindelijk belandt het terug als stikstofgas in de lucht door het bacteriële proces van denitrificatie. Er zijn voor dat stikstofgas verschillende manieren om terug een entreekaartje te bemachtigen voor de draaimolen van de stikstofcyclus: van nature kan dat door biologische stikstoffixatie, biomassaverbranding en bliksem. Door menselijk toedoen is het nu heel druk op de stikstofdraaimolen: ruwweg de helft van al het stikstof dat jaarlijks wordt gefixeerd is het werk van mensen, goed voor een totaal van 210 miljoen ton per jaar[2]. Ongeveer 15% daarvan is in geoxideerde vorm en is het gevolg van verbranding voor energieproductie en transport, de rest is gereduceerd stikstof ten gevolge van kunstmestproductie via het Haber-Boschproces en biologische stikstoffixatie door het telen van vlinderbloemige gewassen zoals soja. De uitvinding van het Haber-Boschproces in 1908, de chemische synthese van ammoniak (NH3) uit stikstofgas en waterstofgas (H2), heeft de productiviteit van de landbouw drastisch verhoogd. Net zoals het hoofd van de Romeinse god Janus heeft reactief stikstof dus twee gezichten: langs de ene kant is het essentieel voor de voedselvoorziening, langs de andere kant zorgt een overmaat in het milieu tot problemen.  

De effecten van een overmaat stikstof doet zich op verschillende fronten voor. Het draagt bij aan lucht- en waterverontreiniging, heeft een impact op de bodemkwaliteit en de klimaatverandering, en oefent een schadelijke invloed uit op ecosystemen en de biodiversiteit.[3]

De stikstofwaterval

Het is door menselijk toedoen zo druk in de stikstofcyclus dat er heel wat reactief stikstof spreekwoordelijk uit de bocht vliegt en als verstekeling in het milieu blijft hangen. Grote hoeveelheden nitraat (NO3-) in grond- en oppervlaktewater bedreigen de kwaliteit van het drinkwater. Daarenboven zorgt reactief stikstof in het water, samen met fosfor, voor eutrofiëring van zoetwater- en kustwaterecosystemen, wat leidt tot overmatige algenbloei, een tekort aan zuurstof en verlies van biodiversiteit. Overmatige bemesting is de belangrijkste oorzaak van nitraatvervuiling in grond- en oppervlaktewater. Stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3) zijn op zich al luchtverontreinigende stoffen, maar dragen daarnaast ook nog eens bij aan de vorming van fijnstof en ozon. Terwijl stikstofoxiden vooral worden uitgestoten door verkeer en industrie, is landbouw de belangrijkste emissiebron van ammoniak. Wat betreft bodemkwaliteit is het verhaal genuanceerder: stikstof wordt in de vorm van mest doelbewust op landbouwbodems uitgestrooid om de bodemvruchtbaarheid te stimuleren, maar in bodems die van nature arm zijn in stikstof bedreigt het de biodiversiteit. Daarnaast is de bodem ook een buffer voor reactief stikstof, die verhindert dat het naar het water of de lucht ontsnapt. Stikstof speelt overigens ook een rol het broeikasgaseffect: lachgas N2O, wat vooral vrijkomt uit mest, is als broeikasgas 298 keer zo sterk als CO2. Als stikstof neerslaat op planten heeft het echter een milderende werking op klimaatopwarming, omdat het de groei van planten een duwtje geeft. Die stikstofdepositie vanuit de lucht heeft helaas ook een negatief effect op de biodiversiteit. De vele gedaanteverwisselingen die reactief stikstof doormaakt in de natuurlijke stikstofcyclus heeft ook gevolgen in de verstoorde stikstofcyclus: als reactief stikstof van de ene gedaante en de ene plek naar de andere beweegt, veroorzaakt het meerdere effecten in tijd en ruimte. Dit proces staat bekend als de ‘stikstofwaterval’: eenzelfde atoom stikstof kan als ammoniak bijdragen aan fijnstofvorming, vervolgens neerslaan in natuurgebied en daarop een vermestend en verzurend effect hebben, daarna als nitraat in het oppervlaktewater terechtkomen waar het vervolgens aan algenbloei kan bijdragen. 

Illustratie van de stikstofwaterval[3]. Een stikstofatoom dat via het Haber-Boschproces in een reactieve vorm wordt omgezet, kan in verschillende gedaanten milieuschade aanrichten doorheen tijd en ruimte.


Een geïntegreerde aanpak voor een complex probleem

Alleen al in de Europese Unie worden de kosten van stikstofvervuiling geschat op 75 tot 485 miljard euro per jaar[4]. Ook in Vlaanderen kampen we met een stevig stikstofprobleem. Door onze hoge bevolkingsdichtheid en de aanwezigheid van intensieve industrie en veehouderij zijn we een stikstofrijke regio. Op verschillende plekken krijgen we onze waterlopen maar niet proper, ondanks een opeenvolging van steeds strengere mestactieplannen[5]. In 64% van de totale oppervlakte Europees beschermde topnatuur is de kritische last voor stikstofdepositie overschreden, wat de instandhoudingsdoelstellingen voor soorten en habitats in die natuurgebieden ernstig in gevaar brengt[6]. In verschillende Vlaamse steden en gemeenten worden de Europese stikstofdioxidenormen lokaal overschreden omwille van het verkeer[7]. Bovendien dragen ammoniakemissies bij aan hoge achtergrondconcentraties van fijnstof, in het bijzonder in de lente wanneer de mest op de akkers wordt uitgereden[8].

We staan voor de opgave om stikstofverliezen op alle fronten in te dijken. De voorbije decennia is de uitstoot van reactief stikstof door verbranding sterker gedaald dan stikstofverliezen in de landbouw. De decarbonisering van transport, energie en industrie in functie van de aanpak van klimaatverandering zal in de toekomst ook het stikstofprobleem helpen milderen. Voorts is een verdere verbetering van de Nitrogen Use Efficiency, de verhouding stikstof in een landbouwproduct ten opzichte van de hoeveelheid stikstof in de input (meststoffen bij plantaardige productie, voeder bij dierlijke productie) cruciaal om tot een duurzaam stikstofbeheer te komen. Dit kan met behulp van technologische innovaties zoals precisielandbouw en luchtwassers, maar ook een daling van de vlees, zuivel- en eierconsumptie kan een handje helpen. De Nitrogen Use Efficiency van plantaardige producten is immers veel groter dan die van dierlijke producten, waardoor er minder stikstofverliezen zijn. De strijd tegen klimaatverandering is wellicht de uitdaging van onze tijd, wat niet wegneemt dat we ook met een knoert van een stikstofprobleem kampen. Gelukkig zijn er heel wat maatregelen die beide kwesties tegelijkertijd aanpakken.

[1] Steffen, W. et al. (2015) ‘Planetary boundaries: Guiding human development on a changing planet’, Science, 347(6223). doi: 10.1126/science.1259855.

[2] Fowler, D. et al. (2013) ‘The global nitrogen cycle in the twenty- first century’, Philosophical Transactions of the Royal Society B, 368. doi: http://dx.doi.org/10.1098/rstb.2013.0164.

[3] Sutton, M. a. et al. (2011) ‘Summary for policy makers’, in Sutton, M. A. et al. (eds) The European Nitrogen Assessment. doi: 10.1017/CBO9780511976988.002.

[4] Van Grinsven, H. J. M. et al. (2013) ‘Costs and Benefits of Nitrogen for Europe and Implications for Mitigation’, Environmental Science & Technology, 47, pp. 3571–3579.

[8] https://www.standaard.be/cnt/dmf20190409_04311950

donderdag 7 februari 2019

“Het is ook voor onszelf van belang dat we de integriteit van de natuur bewaren”

Een gesprek met milieujurist Hendrik Schoukens

Hendrik Schoukens studeerde in 2005 af als jurist aan de KU Leuven. Na bijkomende studies in het milieurecht combineerde hij zijn werk als milieu-advocaat met een doctoraat aan de UGent, dat hij in 2017 met succes verdedigde. Zijn onderzoek zoomt vooral in op het Europese natuurbeschermingsrecht. Hij is een van de academische initiatiefnemers achter de bijzondere klimaatwet die op 1 februari werd voorgesteld.

Kan je eens kort uitleggen wat milieurecht precies inhoudt?

Milieurecht is een relatief recente tak van de wetgeving, die in de jaren zeventig is ontstaan als antwoord op een aantal milieu-uitdagingen zoals luchtverontreiniging en biodiversiteitsverlies. Als je het heel strik bekijkt gaat het om specifieke verdragen of wetten met een expliciet milieu-oogmerk, denk maar aan het biodiversiteitsverdrag, klimaatverdragen en richtlijnen tegen luchtverontreiniging. We merken ook dat die milieuwetgeving, ondanks het feit dat die wel op enige successen kan bogen, een aantal tekortkomingen telt. Zo wordt de wetgeving niet altijd strikt gehandhaafd, omdat er vaak belangenafwegingen spelen waarbij natuur en milieu aan het kortste eind trekken. Je kan het milieurecht ook ruimer definiëren. Eigenlijk zou je kunnen stellen dat het ook algemene rechtsbeginselen omvat die een impact kunnen hebben op het milieu. In de Klimaatzaak beroept men zich niet enkel op expliciete milieuwetten, omdat men vaststelt dat die soms niet ver genoeg gaan. Dan bouwt men voort op algemene rechtsbeginselen die al honderden jaren bestaan, zoals het principe van de zorgvuldige huisvader, de bonus pater familias, waarbij men argumenteert men dat een zorgvuldige overheid een beleid voert op basis van de wetenschappelijke consensus inzake klimaat. Ironisch genoeg kan je zo, op basis van principes die buiten het expliciete milieurecht liggen, toch een overheid aanzetten tot meer milieu-actie.

© Hendrik Schoukens

Heeft de natuur rechten op zich, zoals personen dat hebben?

Als de natuur rechten op zich zou hebben, dan zou er geen milieuwetgeving nodig zijn. Nu regelen we de natuur via specifieke wetgeving. Dan zeg je bijvoorbeeld: onder bepaalde voorwaarden mag je kraaien bejagen. Recent is er commotie ontstaan omtrent een uitspraak van de Raad van State over de bestrijding van kraaien. Als gevolg van die uitspraak zijn wolven niet langer beschermd. Dat zat in hetzelfde besluit, dus is dat samen vernietigd. Als de natuur rechten zou hebben zou dat eigenlijk geen probleem zijn, want die wolf zou dan recht hebben op basisbescherming. Nu maken we lijstjes op met soorten die speciale bescherming genieten. De natuurwetgeving kent dus op indirecte manier rechten toe. Het andere uiterste zou zijn dat we de wolf directe rechten toekennen. Dan zou het uitgangspunt kunnen zijn dat je onder geen beding een wolf mag doden, tenzij die wolf jouw leven in gevaar brengt. Dat is een heel strikte belangenafweging, een beetje zoals je bij mensenrechten ook hebt. We hebben rechten die aan onszelf kleven als mens. Die zijn zo fundamenteel dat ze in de grondwet staan, en dat het eigenlijk niet mogelijk is om daar specifieke ‘menswetgeving’ rond te maken. Bij de natuur is het anders. De natuur is in ons Westers rechtssysteem een object.

© www.ecopedia.be


Staan we in Europa verder dan elders wat betreft natuurbescherming?

We hebben in Europa een redelijk progressieve benadering van het milieurecht. Nochtans is Europa, in een tijdschaal van enkele millennia, het continent waar de natuur het meeste verdwenen is. De Europese Habitat- en Vogelrichtlijn beschermen de weinige natuur die er nog is, via een ecologische netwerkbenadering (het Natura 2000 netwerk, nvdr.). Als de lidstaten die richtlijnen goed toepassen, dan kan daar op zijn minst het verlies aan natuur mee gestelpt worden. Op termijn zit je een beetje met een scheefgetrokken situatie, nu de natuur elders in de wereld vogelvrij is verklaard. Binnenkort hebben we meer wolven en beren in Europa dan dat er in Afrika nog leeuwen en luipaarden rondlopen, ondanks het feit dat het aandeel echte wildernis in Europa heel beperkt is. Een aantal wilde dieren hebben zich in Europa weten aanpassen aan ‘menselijke’ natuur.  

Hoe staan we ervoor in Vlaanderen qua natuur- en milieuwetgeving? Zijn we bij de betere leerlingen in Europa?

Enkele jaren terug heeft het dossier van transportbedrijf Essers heel wat beroering gewekt. Het betrof een stukje Europees beschermd bos dat zou moeten wijken voor de uitbreiding van het bedrijf. De commotie toen heeft geholpen om het idee te ondersteunen dat die natuur beschermingswaardig is. De tijd dat men voor dergelijke zaken vlot vergunningen uitreikt, lijkt nu voorbij, maar onze wetgeving is zeker niet perfect. De focus ligt voornamelijk op Natura 2000 gebieden. Een voorbeeld ter illustratie. Honderd meter van mijn huis lag een moerasje, dat hier tientallen jaren geleden gekomen was op een drassig stuk grond. Plots, in een droge zomer, had iemand dat volledig kaalgekapt, met de intentie om het vervolgens te draineren. Ik heb dat laten stilleggen door natuurinspectie. Achteraf heb ik eens gepolst bij de lokale afdeling van Natuurpunt. Ze vertelden me dat ze niet wisten dat natuur in landbouwgebied beschermd kan worden. Het is toch markant dat zelfs de natuurmensen de natuurwetgeving niet voldoende kennen, of niet durven toepassen. De wetgeving is te complex. We hebben ons in Vlaanderen gespecialiseerd in alles in hokjes te plaatsen, vanuit het idee dat het zo juridisch duidelijk is. Moerassen mag je niet beschadigen, maar de vraag is: wat is een moeras? Juridisch moet je rechtszekerheid bieden, maar door te focussen op rechtszekerheid zijn we het totaalplaatje kwijt.

© Yves Adams, www.ecopedia.be


We staan voor grote uitdagingen op milieuvlak. De biodiversiteit is in vrije val, de klimaatverandering lijkt te versnellen. Wat kan het recht betekenen om die tendensen te keren? Kan een klimaatwet deel uitmaken van de oplossing?

Een klimaatwet is een eerste stap, zeker als er duidelijke doelstellingen in zijn geformuleerd. Zo’n klimaatwet kan ook dienen om via gerechtelijke weg te overheid bij de les te houden in geval van onvoldoende beleidsacties. Persoonlijk vind ik ook dat we de natuur terug een plaats moeten geven in het leven van de mens, en dat moet ook door de maatschappij erkend worden in de vorm van wetgeving. We leven te veel alsof de natuur er voor ons is. Dat is deels wellicht een gevolg van hoe we geëvolueerd zijn als soort. Ik denk dat we op een kantelpunt komen, waarbij het ook voor onszelf van belang is dat we de integriteit van de natuur bewaren. Ook voor het klimaatprobleem kunnen we naar de natuur kijken voor oplossingen. Een derde van de klimaatinspanning kan gebeuren via de natuur, onder meer door moerassen te herstellen en bossen uit te breiden. Dat is een enorme hefboom om van het klimaatprobleem iets positief te maken: meer natuur.