donderdag 7 februari 2019

“Het is ook voor onszelf van belang dat we de integriteit van de natuur bewaren”

Een gesprek met milieujurist Hendrik Schoukens

Hendrik Schoukens studeerde in 2005 af als jurist aan de KU Leuven. Na bijkomende studies in het milieurecht combineerde hij zijn werk als milieu-advocaat met een doctoraat aan de UGent, dat hij in 2017 met succes verdedigde. Zijn onderzoek zoomt vooral in op het Europese natuurbeschermingsrecht. Hij is een van de academische initiatiefnemers achter de bijzondere klimaatwet die op 1 februari werd voorgesteld.

Kan je eens kort uitleggen wat milieurecht precies inhoudt?

Milieurecht is een relatief recente tak van de wetgeving, die in de jaren zeventig is ontstaan als antwoord op een aantal milieu-uitdagingen zoals luchtverontreiniging en biodiversiteitsverlies. Als je het heel strik bekijkt gaat het om specifieke verdragen of wetten met een expliciet milieu-oogmerk, denk maar aan het biodiversiteitsverdrag, klimaatverdragen en richtlijnen tegen luchtverontreiniging. We merken ook dat die milieuwetgeving, ondanks het feit dat die wel op enige successen kan bogen, een aantal tekortkomingen telt. Zo wordt de wetgeving niet altijd strikt gehandhaafd, omdat er vaak belangenafwegingen spelen waarbij natuur en milieu aan het kortste eind trekken. Je kan het milieurecht ook ruimer definiƫren. Eigenlijk zou je kunnen stellen dat het ook algemene rechtsbeginselen omvat die een impact kunnen hebben op het milieu. In de Klimaatzaak beroept men zich niet enkel op expliciete milieuwetten, omdat men vaststelt dat die soms niet ver genoeg gaan. Dan bouwt men voort op algemene rechtsbeginselen die al honderden jaren bestaan, zoals het principe van de zorgvuldige huisvader, de bonus pater familias, waarbij men argumenteert men dat een zorgvuldige overheid een beleid voert op basis van de wetenschappelijke consensus inzake klimaat. Ironisch genoeg kan je zo, op basis van principes die buiten het expliciete milieurecht liggen, toch een overheid aanzetten tot meer milieu-actie.

© Hendrik Schoukens

Heeft de natuur rechten op zich, zoals personen dat hebben?

Als de natuur rechten op zich zou hebben, dan zou er geen milieuwetgeving nodig zijn. Nu regelen we de natuur via specifieke wetgeving. Dan zeg je bijvoorbeeld: onder bepaalde voorwaarden mag je kraaien bejagen. Recent is er commotie ontstaan omtrent een uitspraak van de Raad van State over de bestrijding van kraaien. Als gevolg van die uitspraak zijn wolven niet langer beschermd. Dat zat in hetzelfde besluit, dus is dat samen vernietigd. Als de natuur rechten zou hebben zou dat eigenlijk geen probleem zijn, want die wolf zou dan recht hebben op basisbescherming. Nu maken we lijstjes op met soorten die speciale bescherming genieten. De natuurwetgeving kent dus op indirecte manier rechten toe. Het andere uiterste zou zijn dat we de wolf directe rechten toekennen. Dan zou het uitgangspunt kunnen zijn dat je onder geen beding een wolf mag doden, tenzij die wolf jouw leven in gevaar brengt. Dat is een heel strikte belangenafweging, een beetje zoals je bij mensenrechten ook hebt. We hebben rechten die aan onszelf kleven als mens. Die zijn zo fundamenteel dat ze in de grondwet staan, en dat het eigenlijk niet mogelijk is om daar specifieke ‘menswetgeving’ rond te maken. Bij de natuur is het anders. De natuur is in ons Westers rechtssysteem een object.

© www.ecopedia.be


Staan we in Europa verder dan elders wat betreft natuurbescherming?

We hebben in Europa een redelijk progressieve benadering van het milieurecht. Nochtans is Europa, in een tijdschaal van enkele millennia, het continent waar de natuur het meeste verdwenen is. De Europese Habitat- en Vogelrichtlijn beschermen de weinige natuur die er nog is, via een ecologische netwerkbenadering (het Natura 2000 netwerk, nvdr.). Als de lidstaten die richtlijnen goed toepassen, dan kan daar op zijn minst het verlies aan natuur mee gestelpt worden. Op termijn zit je een beetje met een scheefgetrokken situatie, nu de natuur elders in de wereld vogelvrij is verklaard. Binnenkort hebben we meer wolven en beren in Europa dan dat er in Afrika nog leeuwen en luipaarden rondlopen, ondanks het feit dat het aandeel echte wildernis in Europa heel beperkt is. Een aantal wilde dieren hebben zich in Europa weten aanpassen aan ‘menselijke’ natuur.  

Hoe staan we ervoor in Vlaanderen qua natuur- en milieuwetgeving? Zijn we bij de betere leerlingen in Europa?

Enkele jaren terug heeft het dossier van transportbedrijf Essers heel wat beroering gewekt. Het betrof een stukje Europees beschermd bos dat zou moeten wijken voor de uitbreiding van het bedrijf. De commotie toen heeft geholpen om het idee te ondersteunen dat die natuur beschermingswaardig is. De tijd dat men voor dergelijke zaken vlot vergunningen uitreikt, lijkt nu voorbij, maar onze wetgeving is zeker niet perfect. De focus ligt voornamelijk op Natura 2000 gebieden. Een voorbeeld ter illustratie. Honderd meter van mijn huis lag een moerasje, dat hier tientallen jaren geleden gekomen was op een drassig stuk grond. Plots, in een droge zomer, had iemand dat volledig kaalgekapt, met de intentie om het vervolgens te draineren. Ik heb dat laten stilleggen door natuurinspectie. Achteraf heb ik eens gepolst bij de lokale afdeling van Natuurpunt. Ze vertelden me dat ze niet wisten dat natuur in landbouwgebied beschermd kan worden. Het is toch markant dat zelfs de natuurmensen de natuurwetgeving niet voldoende kennen, of niet durven toepassen. De wetgeving is te complex. We hebben ons in Vlaanderen gespecialiseerd in alles in hokjes te plaatsen, vanuit het idee dat het zo juridisch duidelijk is. Moerassen mag je niet beschadigen, maar de vraag is: wat is een moeras? Juridisch moet je rechtszekerheid bieden, maar door te focussen op rechtszekerheid zijn we het totaalplaatje kwijt.

© Yves Adams, www.ecopedia.be


We staan voor grote uitdagingen op milieuvlak. De biodiversiteit is in vrije val, de klimaatverandering lijkt te versnellen. Wat kan het recht betekenen om die tendensen te keren? Kan een klimaatwet deel uitmaken van de oplossing?

Een klimaatwet is een eerste stap, zeker als er duidelijke doelstellingen in zijn geformuleerd. Zo’n klimaatwet kan ook dienen om via gerechtelijke weg te overheid bij de les te houden in geval van onvoldoende beleidsacties. Persoonlijk vind ik ook dat we de natuur terug een plaats moeten geven in het leven van de mens, en dat moet ook door de maatschappij erkend worden in de vorm van wetgeving. We leven te veel alsof de natuur er voor ons is. Dat is deels wellicht een gevolg van hoe we geĆ«volueerd zijn als soort. Ik denk dat we op een kantelpunt komen, waarbij het ook voor onszelf van belang is dat we de integriteit van de natuur bewaren. Ook voor het klimaatprobleem kunnen we naar de natuur kijken voor oplossingen. Een derde van de klimaatinspanning kan gebeuren via de natuur, onder meer door moerassen te herstellen en bossen uit te breiden. Dat is een enorme hefboom om van het klimaatprobleem iets positief te maken: meer natuur.