dinsdag 30 oktober 2018

Meeuwen op de Blandijn

Het vaderschap verandert alles, ook de fietsroute naar het werk. Mijn vroegere parcours is, met de Visserij, de Henegouwenstraat, de Zwartezusterstraat en de Oude Houtlei in koninklijk rood, een paradijs voor fietsers. Nu ik Siem moet afzetten aan het kinderdagverblijf op de Isabellakaai zie ik me echter genoodzaakt de Blandijnberg te bedwingen. Dat is niet bepaald een buitencategorie tourcol, maar toch Gents steilste, hoogste en – in alle eerlijkheid - enige heuvel. Gelukkig kan ik naast mijn zoon ook mijn fietskar stallen bij de crèche, zodat ik zonder onnodige ballast aan de klim kan beginnen. Die gaat in trapjes: om glasscherven op de weg te vermijden ga ik voor een alternatief tracé dat zich via Stalhof, Benedictijnenstraat en Kramersplein naar boven slingert. Daarmee vermijd ik de Overpoortstraat, die op een doordeweekse ochtend tijdens het academiejaar, ondanks de invoering van een glasverbod, dikwijls bezaaid ligt met scherven. Ook langs mijn sluiproute blijft het opletten: zelfs met de blik strak op het wegdek gericht rijd ik weleens over glas. Ik houd er de dwangneurose aan over om bij elk rood licht of ander oponthoud mijn bandenspanning te controleren.

Op de kasseitjes van het Kramersplein is het vaak genoeg laveren tussen honderden platgetreden plastieken bekertjes. Dat is de keerzijde van het glasverbod, al zou je van al die jonge high potentials toch mogen verwachten dat ze het fatsoen hebben hun beker in de vuilnisbak te gooien. Niet dus. Misschien moet men het succesrecept van de herbruikbare bekers tijdens de Gentse Feesten ook op de studentenbuurt toepassen. Glas en afval zijn niet de enige hindernissen op weg naar de top: occasioneel tref je er een beschonken student aan die de weg naar zijn kot lijkt te zijn kwijtgeraakt, en het gebeurt weleens dat ik langs hoopjes braaksel heen moet slalommen. Het is duidelijk dat de fietspendelaar die de Blandijnberg over moet naast een kloek paar kuiten beter ook over een stevige maag beschikt.

©: DJI https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20180327_03432751


Wie alleen al bij de gedachte aan ‘The Birds’ van Alfred Hitchcock begint te klappertanden blijft ’s ochtends beter uit de buurt van de Overpoort: een meeuwenkolonie heeft er postgevat. Deze vogels verschillen al bij al niet zoveel van studenten: ze zijn met veel, laten zich graag horen en lusten ook graag een frietje van ‘Bij Julien’. Die zijn talrijk op het wegdek terug te vinden, naast diverse andere etensresten. De meeuwen zorgen voor een nautisch sfeertje in de enige wijk van Gent-Aan-Zee die, als de klimaatapocalyps zich zou voltrekken, prominent boven de zeespiegel zal uittorenen. Wat nu bekend staat als de Boekentoren zal dan dienstdoen als vuurtoren, en de meeuwen zullen zich terug tegoed moeten doen aan maritieme prooien. Ik laat het niet aan mijn hart komen, en smijt me vol overgave in de afdaling van de Sint-Kwintensberg, freewheelend naar het drukste fietspad van de stad.