Je grijsblauwe ogen in dezelfde tint als de zoute watermassa onderaan de
kliffen, de hemel loodzwaar, een Atlantische wind door je haren. Met jou naar
een Britse of Bretoense kust reizen, daar droomde ik van tijdens de koude
winter van 2008-2009, toen ik je nog niet mijn lief mocht noemen. Aan kliffen
geen gebrek in Griekenland, maar zee en hemel zijn er van een onpeilbaar blauw
dat ik nooit in je ogen aantrof. Toch moest ik daar met jou heen.
Na de Griekenlandreis in het zesde humaniora mocht ik een verslag van de
onvergetelijke trip neerpennen voor het schoolblad. In de afsluitende paragraaf
had ik het over Asine, een klein schiereilandje in de baai van Argolis met
schamele Mykeense resten. Een plek met een onbeduidende rol in de Illias van
Homeros, maar ik voelde dat het voor mij van grotere betekenis zou worden:
Een terugkeer naar Asine,
misschien met iemand die me het nauwst aan het hart ligt, misschien helemaal
alleen. De blik in de verte, de blik in zee, de blik naar de bekoorlijkste
bloemen, tussen de rotsen, de blik in het licht van de avondzon. De blik op het
landschap van dat wonderlijke mooie land, bergachtig geplooid en verkreukeld
als een prop papier, altijd met haar tenen in zee.
Het was met voorbedachte rade dat ik je naar deze plek leidde.
Het is begin mei als we in Athene aankomen. Onder impuls van de vroege
zomerse warmte lossen de kruiden hun mediterrane geuren op de flanken van de
Philopappusheuvel. Een landschildpad kruist ons pad, op weg naar een veel
bezongen uitzicht op de drukke stad. Daags erna bezoeken we de belangrijkste ruïnes
aan van de antieke stad. Van een door toeristenhordes overrompelde Akropolis
gaat het naar de Boulè op de nimfenheuvel, waar de fundamenten van de
democratie werden gelegd. Ook de agora is een bijzondere plek, het terrein van
wijsgerige heerschappen als Socrates, Plato en Aristoteles. Het publieke forum van geanimeerde discussies
tussen sofisten, epicuristen, sceptici en stoïcijnen. We zijn de Oude Grieken
erg veel schatplichtig: de geboorte van de democratie, de hoekstenen van de
filosofie, de grondslagen van de geschiedschrijving, wiskunde en natuurkunde.
Nu zijn het de Grieken die bij ons in de schuld lijken te staan, al is dat
relatief, want wie treft schuld in de schuldencrisis? De schuldeisers hebben minstens
zo veel boter op hun hoofd als de schuldenaren. Wars van alle democratische
principes wordt de wil van het volk schroomloos aan de kant geschoven. De
draconische besparingen drijven de al armlastige Grieken nog verder in de
wanhoop. Het eengemaakte Europa davert op haar grondvesten omdat het haar aan een
cruciaal element ontbreekt: solidariteit.
Na een dag in de hoofdstad rijden we met onze bescheiden huurwagen naar de
Parnassus. Onderweg laten we Thebe, met haar zeven poorten, voor wat het is. Van
die stad haar glorietijd is er weinig bezienswaardig overgebleven. Na een kort
bezoek aan het klooster van Ossios Loukas raadplegen we het orakel van Delphi.
Veel vragen voor Apollo maar geen antwoorden, de Pythia is niet op de afspraak.
De Delphische rotsen kleuren paars in de avondzon. Een etmaal later is blauw de
overheersende tint op het strand van Kalogria, op de Peloponnesos. Niet enkel
de lucht en het water, maar ook het zand, je bleke haren en je blanke huid in
gradaties van blauw. Wat verder trek ik een sprintje in het stadion van
Olympia, op zoek naar eeuwige roem. De verzuring slaat al snel toe, een
lauwerkrans zal niet voor vandaag zijn. Daarna trekken we verder het binnenland
in, op zoek naar pastorale landschappen in Arcadië. Het uitzicht vanop een
bergtop boven Dimitsana, bij ondergaande zon, mag met recht idyllisch genoemd
worden. Na een prima ontbijt in ons prinsheerlijk pension verkennen we de
vallei van de Lousios, met haar kloosters die in de rotswand zijn gehouwen.
Helaas worden we in het eerste klooster wandelen gestuurd, terwijl we verderop
botsen op een monnik die niet bestand is tegen de aanblik van blote
meisjesbenen. Wat is er in godsnaam zo godslasterlijk aan vrouwelijke
schoonheid?
We zijn net op tijd terug aan onze auto als een onweer de temperatuur met
goed vijftien graden doet afnemen. Onze knusse kamer, met haar dikke muren, authentiek
meubilair en ouderwetse luikjes, vormt een prima schuiloord. Ook aan de tempel
van Vasses, een schoolvoorbeeld van
klassieke architectuur, staat een koude wind. Tijd om de bergen te verlaten en
de Messeense stranden te gaan opzoeken. Het omegavormige strand van Voidokilia
is enig mooi. Vanzelfsprekend zijn we er niet alleen. Aan de baai van Pylos
genieten we van een glaasje Ouzo en een handvol Mezedes, gevolgd door een karaf
witte wijn vergezeld van gegrilde garnalen en sardienen. Met het ultramarijne
water bij valavond op nog geen meter van ons zorgt dit ensemble voor een
volmaakt vakantiegevoel. Zo volmaakt dat het ons tijdelijk doet vergeten dat
deze zee het macabere decor vormt voor de verdrinkingsdood van duizenden mensen
op zoek naar een toekomst in het Avondland. Deze Mare Nostrum, onze zee, is een
kerkhof geworden. De leiders van ons continent kijken toe vanop de zijlijn,
zonder ook maar iets substantieels te ondernemen dat perspectief kan bieden aan
de vele vluchtelingen op de loop voor oorlog en geweld. Hoe kunnen wij helpen? We
leiden een luxeleven, jij en ik.
De antieke stad Messene is een geheimtip van formaat. Het is er heerlijk kuieren
tijdens de laatste uren voor sluittijd. De overblijfselen moeten nauwelijks
onderdoen voor die van Delphi en Olympia. Bovendien hebben we hier de site voor
ons alleen. Op Hemelvaartsdag rijden we naar de andere zijde van het
Taygetosgebergte, richting het harde Sparta. Daar is niet zo veel te
bezichtigen, afgezien van jonge vrouwen met scherpe Dorische trekken op het
centrale plein. We brengen de namiddag door aan het zwembad van ons hotel in
Mystras, alsof er geen prachtige spookstad op ons ligt te wachten op de
berghelling achter ons. We bezoeken de Byzantijnse ruïnes de dag erop in de
loden hitte. Voor de bloei van de vele Judasbomen zijn we een maand te laat. Die
andere Byzantijnse parel, Monemvassia, ligt verder op onze weg. We stappen de
vesting binnen langs de enige toegangspoort. Het stadje, tegen een rots op een
schiereilandje aangebouwd, zou evengoed als filmset van Game Of Thrones kunnen
dienen. Jammer dat het hoge gedeelte van de stad, bovenaan de rots, is
afgesloten wegens renovatiewerken. We laten het niet aan ons hart komen. In het
winkeltje van lokale kunstenaar Manolis Grigoreas kopen we een poster met een
afbeelding van een sinaasappelboom, dat later aan onze muur zal schitteren in de
magische weken rond midzomer, wanneer het zonlicht ’s avonds vanuit het noordwesten
door onze achterdeur binnenvalt.
Om de grillige oostkust van de Peloponnesos te bereiken rijden we door het
Parnongebergte. In het hooggelegen dorpje Kosmas maken we een korte
rondwandeling, waarna we een eenvoudige lunch nuttigen op het koele dorpsplein
onder de platanen. Langs een bochtige weg door een spectaculair kloofdal arriveren
we aan de golf van Argolis nabij Leonidi. Vandaar trekken we noordwaarts tot
Nafplio. Deze stad wordt vaak een Italiaanse flair toegedicht. De vergelijking
met Italiaanse steden is wat overtrokken, al brengt het roomijs van Marcello
ons wel in de juiste sfeer. We gaan samen de uitdaging aan de ruim duizend
trappen naar de Palamidiburcht te bedwingen. De hele reis al zit ik met een
vraag in mijn maag, die met de tijd steeds harder is gaan knagen. Een vraag
waarvan ik weet dat ze vanavond zal moeten gesteld worden, als we zullen
picknicken op de rotsen van Asine. De site is veranderd sinds ik er acht jaar
geleden zat te luisteren naar een gedicht van George Seferis, voorgelezen door
leraar Dirk Steyaert. Kennelijk willen de Grieken nu munt slaan uit deze mooie
plek; er is een tickethokje gebouwd en her en der liggen gebetonneerde paden.
De werken hebben het uiteinde van het schiereiland gelukkig ongemoeid gelaten.
Tijdens de picknick ben ik erg nerveus, hoewel je er niets van lijkt te merken.
Ik had de vraag aan het orakel van Delphi kunnen richten, waarbij jij in de
plaats van Apollo had kunnen antwoorden. Ik had me kunnen laten inspireren door
de zonsondergang op de Arcadische bergtop voor een spontaan aanzoek. Ik had
kunnen wachten tot morgen en je de vraag kunnen stellen vanop de scène van het
theater van Epidauros. Asine is echter de plek waar het moet gebeuren,
voorbestemd sinds die Paasavond in april 2007. Helaas voor jou ben ik enkel een
romanticus op papier, waardoor mijn huwelijksaanzoek eerder klinkt als een
zakelijk voorstel dan als een vraag. Het is mijn onzekerheid over jouw antwoord
die me op de valreep van het plan doet afzien voor jou op de knieën te gaan.
Het is mijn onzekerheid over jouw smaak in juwelen die me deed besluiten de
aankoop van een verlovingsring uit te stellen naar een latere fase. Ondanks dit
alles zeg je ja. Een dag erna rij je met de huurauto tegen een muurtje, met
beperkte maar dure schade tot gevolg. Het is ook mijn fout, ik had je niet dat
smalle baantje moeten opsturen. We doorstaan de relatietest met glans. Na een
aantal obligate tussenstops, van het genre Mykene en Korinthe, zit onze reis
erop. We keren terug naar België als een verloofd stel.
Waarom trouwen? Hoewel er talloze andere geschikte partners rondlopen op
deze planeet, hoeven we niet verder te zoeken. Ik hou van jou en jij schijnt
van mij te houden. In deze tumultueuze wereld hebben we bij elkaar een thuis
gevonden. Op een dag zullen we de vreugde van onze liefde feestelijk kunnen
delen met naaste familie en vrienden. Een dag waarop de sinaasappelboom uit
Monemvassia zal oplichten in de avondzon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten