woensdag 2 september 2015

Terugkeer naar Asine

Je grijsblauwe ogen in dezelfde tint als de zoute watermassa onderaan de kliffen, de hemel loodzwaar, een Atlantische wind door je haren. Met jou naar een Britse of Bretoense kust reizen, daar droomde ik van tijdens de koude winter van 2008-2009, toen ik je nog niet mijn lief mocht noemen. Aan kliffen geen gebrek in Griekenland, maar zee en hemel zijn er van een onpeilbaar blauw dat ik nooit in je ogen aantrof. Toch moest ik daar met jou heen.

Na de Griekenlandreis in het zesde humaniora mocht ik een verslag van de onvergetelijke trip neerpennen voor het schoolblad. In de afsluitende paragraaf had ik het over Asine, een klein schiereilandje in de baai van Argolis met schamele Mykeense resten. Een plek met een onbeduidende rol in de Illias van Homeros, maar ik voelde dat het voor mij van grotere betekenis zou worden:

Een terugkeer naar Asine, misschien met iemand die me het nauwst aan het hart ligt, misschien helemaal alleen. De blik in de verte, de blik in zee, de blik naar de bekoorlijkste bloemen, tussen de rotsen, de blik in het licht van de avondzon. De blik op het landschap van dat wonderlijke mooie land, bergachtig geplooid en verkreukeld als een prop papier, altijd met haar tenen in zee.

Het was met voorbedachte rade dat ik je naar deze plek leidde.


Het is begin mei als we in Athene aankomen. Onder impuls van de vroege zomerse warmte lossen de kruiden hun mediterrane geuren op de flanken van de Philopappusheuvel. Een landschildpad kruist ons pad, op weg naar een veel bezongen uitzicht op de drukke stad. Daags erna bezoeken we de belangrijkste ruïnes aan van de antieke stad. Van een door toeristenhordes overrompelde Akropolis gaat het naar de Boulè op de nimfenheuvel, waar de fundamenten van de democratie werden gelegd. Ook de agora is een bijzondere plek, het terrein van wijsgerige heerschappen als Socrates, Plato en Aristoteles.  Het publieke forum van geanimeerde discussies tussen sofisten, epicuristen, sceptici en stoïcijnen. We zijn de Oude Grieken erg veel schatplichtig: de geboorte van de democratie, de hoekstenen van de filosofie, de grondslagen van de geschiedschrijving, wiskunde en natuurkunde. Nu zijn het de Grieken die bij ons in de schuld lijken te staan, al is dat relatief, want wie treft schuld in de schuldencrisis? De schuldeisers hebben minstens zo veel boter op hun hoofd als de schuldenaren. Wars van alle democratische principes wordt de wil van het volk schroomloos aan de kant geschoven. De draconische besparingen drijven de al armlastige Grieken nog verder in de wanhoop. Het eengemaakte Europa davert op haar grondvesten omdat het haar aan een cruciaal element ontbreekt: solidariteit.

Na een dag in de hoofdstad rijden we met onze bescheiden huurwagen naar de Parnassus. Onderweg laten we Thebe, met haar zeven poorten, voor wat het is. Van die stad haar glorietijd is er weinig bezienswaardig overgebleven. Na een kort bezoek aan het klooster van Ossios Loukas raadplegen we het orakel van Delphi. Veel vragen voor Apollo maar geen antwoorden, de Pythia is niet op de afspraak. De Delphische rotsen kleuren paars in de avondzon. Een etmaal later is blauw de overheersende tint op het strand van Kalogria, op de Peloponnesos. Niet enkel de lucht en het water, maar ook het zand, je bleke haren en je blanke huid in gradaties van blauw. Wat verder trek ik een sprintje in het stadion van Olympia, op zoek naar eeuwige roem. De verzuring slaat al snel toe, een lauwerkrans zal niet voor vandaag zijn. Daarna trekken we verder het binnenland in, op zoek naar pastorale landschappen in Arcadië. Het uitzicht vanop een bergtop boven Dimitsana, bij ondergaande zon, mag met recht idyllisch genoemd worden. Na een prima ontbijt in ons prinsheerlijk pension verkennen we de vallei van de Lousios, met haar kloosters die in de rotswand zijn gehouwen. Helaas worden we in het eerste klooster wandelen gestuurd, terwijl we verderop botsen op een monnik die niet bestand is tegen de aanblik van blote meisjesbenen. Wat is er in godsnaam zo godslasterlijk aan vrouwelijke schoonheid?

We zijn net op tijd terug aan onze auto als een onweer de temperatuur met goed vijftien graden doet afnemen. Onze knusse kamer, met haar dikke muren, authentiek meubilair en ouderwetse luikjes, vormt een prima schuiloord. Ook aan de tempel van Vasses,  een schoolvoorbeeld van klassieke architectuur, staat een koude wind. Tijd om de bergen te verlaten en de Messeense stranden te gaan opzoeken. Het omegavormige strand van Voidokilia is enig mooi. Vanzelfsprekend zijn we er niet alleen. Aan de baai van Pylos genieten we van een glaasje Ouzo en een handvol Mezedes, gevolgd door een karaf witte wijn vergezeld van gegrilde garnalen en sardienen. Met het ultramarijne water bij valavond op nog geen meter van ons zorgt dit ensemble voor een volmaakt vakantiegevoel. Zo volmaakt dat het ons tijdelijk doet vergeten dat deze zee het macabere decor vormt voor de verdrinkingsdood van duizenden mensen op zoek naar een toekomst in het Avondland. Deze Mare Nostrum, onze zee, is een kerkhof geworden. De leiders van ons continent kijken toe vanop de zijlijn, zonder ook maar iets substantieels te ondernemen dat perspectief kan bieden aan de vele vluchtelingen op de loop voor oorlog en geweld. Hoe kunnen wij helpen? We leiden een luxeleven, jij en ik.

De antieke stad Messene is een geheimtip van formaat. Het is er heerlijk kuieren tijdens de laatste uren voor sluittijd. De overblijfselen moeten nauwelijks onderdoen voor die van Delphi en Olympia. Bovendien hebben we hier de site voor ons alleen. Op Hemelvaartsdag rijden we naar de andere zijde van het Taygetosgebergte, richting het harde Sparta. Daar is niet zo veel te bezichtigen, afgezien van jonge vrouwen met scherpe Dorische trekken op het centrale plein. We brengen de namiddag door aan het zwembad van ons hotel in Mystras, alsof er geen prachtige spookstad op ons ligt te wachten op de berghelling achter ons. We bezoeken de Byzantijnse ruïnes de dag erop in de loden hitte. Voor de bloei van de vele Judasbomen zijn we een maand te laat. Die andere Byzantijnse parel, Monemvassia, ligt verder op onze weg. We stappen de vesting binnen langs de enige toegangspoort. Het stadje, tegen een rots op een schiereilandje aangebouwd, zou evengoed als filmset van Game Of Thrones kunnen dienen. Jammer dat het hoge gedeelte van de stad, bovenaan de rots, is afgesloten wegens renovatiewerken. We laten het niet aan ons hart komen. In het winkeltje van lokale kunstenaar Manolis Grigoreas kopen we een poster met een afbeelding van een sinaasappelboom, dat later aan onze muur zal schitteren in de magische weken rond midzomer, wanneer het zonlicht ’s avonds vanuit het noordwesten door onze achterdeur binnenvalt.



Om de grillige oostkust van de Peloponnesos te bereiken rijden we door het Parnongebergte. In het hooggelegen dorpje Kosmas maken we een korte rondwandeling, waarna we een eenvoudige lunch nuttigen op het koele dorpsplein onder de platanen. Langs een bochtige weg door een spectaculair kloofdal arriveren we aan de golf van Argolis nabij Leonidi. Vandaar trekken we noordwaarts tot Nafplio. Deze stad wordt vaak een Italiaanse flair toegedicht. De vergelijking met Italiaanse steden is wat overtrokken, al brengt het roomijs van Marcello ons wel in de juiste sfeer. We gaan samen de uitdaging aan de ruim duizend trappen naar de Palamidiburcht te bedwingen. De hele reis al zit ik met een vraag in mijn maag, die met de tijd steeds harder is gaan knagen. Een vraag waarvan ik weet dat ze vanavond zal moeten gesteld worden, als we zullen picknicken op de rotsen van Asine. De site is veranderd sinds ik er acht jaar geleden zat te luisteren naar een gedicht van George Seferis, voorgelezen door leraar Dirk Steyaert. Kennelijk willen de Grieken nu munt slaan uit deze mooie plek; er is een tickethokje gebouwd en her en der liggen gebetonneerde paden. De werken hebben het uiteinde van het schiereiland gelukkig ongemoeid gelaten. Tijdens de picknick ben ik erg nerveus, hoewel je er niets van lijkt te merken.

Ik had de vraag aan het orakel van Delphi kunnen richten, waarbij jij in de plaats van Apollo had kunnen antwoorden. Ik had me kunnen laten inspireren door de zonsondergang op de Arcadische bergtop voor een spontaan aanzoek. Ik had kunnen wachten tot morgen en je de vraag kunnen stellen vanop de scène van het theater van Epidauros. Asine is echter de plek waar het moet gebeuren, voorbestemd sinds die Paasavond in april 2007. Helaas voor jou ben ik enkel een romanticus op papier, waardoor mijn huwelijksaanzoek eerder klinkt als een zakelijk voorstel dan als een vraag. Het is mijn onzekerheid over jouw antwoord die me op de valreep van het plan doet afzien voor jou op de knieën te gaan. Het is mijn onzekerheid over jouw smaak in juwelen die me deed besluiten de aankoop van een verlovingsring uit te stellen naar een latere fase. Ondanks dit alles zeg je ja. Een dag erna rij je met de huurauto tegen een muurtje, met beperkte maar dure schade tot gevolg. Het is ook mijn fout, ik had je niet dat smalle baantje moeten opsturen. We doorstaan de relatietest met glans. Na een aantal obligate tussenstops, van het genre Mykene en Korinthe, zit onze reis erop. We keren terug naar België als een verloofd stel.




Waarom trouwen? Hoewel er talloze andere geschikte partners rondlopen op deze planeet, hoeven we niet verder te zoeken. Ik hou van jou en jij schijnt van mij te houden. In deze tumultueuze wereld hebben we bij elkaar een thuis gevonden. Op een dag zullen we de vreugde van onze liefde feestelijk kunnen delen met naaste familie en vrienden. Een dag waarop de sinaasappelboom uit Monemvassia zal oplichten in de avondzon.


Geen opmerkingen: