woensdag 13 november 2013

Daafs Selectie 2013 (3)

Daafs blog schenkt u in zes afleveringen een volstrekt subjectief en onvolledig overzicht van het uitstekende muziekjaar 2013. Episode 3: mei.

Noah and the Whale - Heart of Nowhere
uit het album 'Heart of Nowhere'


Wat mij betreft is het album First Days Of Spring uit 2009, waarin Charles Fink in aandoenlijk eenvoudige bewoordingen zijn gebroken hart probeert te lijmen, een bescheiden klassieker. Sindsdien is de zon volop gaan schijnen voor zijn band Noah and the Whale, dat met de platen Last Night on Earth en Heart of Nowhere stekelvrije en radiovriendelijke folkpop serveert. In het titelnummer van hun recentste worp herkent u, naast een omnipresente viool, de krachtige stem van Anna Calvi.  

Vampire Weekend - Ya Hey
uit het album 'Modern Vampires of the City'


Vampire Weekend is groots, hip en inventief. Eén van dé bands van deze tijd kortom. Het New Yorkse collectief beschikt over meerdere troeven, waarvan de slimme lyrics van Ezra Koenig en het muzikale eclecticisme van Rostam Batmanglij de belangrijkste zijn. Koenig, een atheïst van Joodse komaf, durft het aan zich in ‘Ya Hey’ tot de Allerhoogste te richten. Het centrale thema van het Oude Testament, met name de zoektocht van God naar zijn volk (en niet omgekeerd) wordt naar het hedendaagse Amerika vertaald, waar meer dan één gouden kalf wordt aanbeden. 

The National - Don't Swallow The Cap
uit het album 'Trouble Will Find Me'



De Amerikaanse groep The National kan op een stevige fanbasis rekenen, wat ze voor een groot stuk te danken heeft aan de uitstekende platen die ze keer op keer op de markt gooien. Trouble Will Find Me is de laatste in het rijtje. De recepten zijn dezelfde als dat van het in 2010 uitgebrachte High Violet: Matt Berningers boterige baritonstem, een prominent aanwezige en gejaagde ritmesectie en tussendoor rustpunten waarin die ritmesectie tot bedaren wordt gebracht. Critici zullen opmerken dat het wat te veel van hetzelfde wordt, maar waarom zou je een smakelijk gerecht veranderen? Voorlopig klinken de heren uit Brooklyn nog niet afgezaagd.

Emma Louise - Pontoon 
uit het album 'Vs Head Vs Heart'


Mijn maat Matthias heeft een voorliefde voor hitmuziek met een prominente beat, een genre dat ik wel eens oneerbiedig als ‘ketelmuziek’ durf te bestempelen. Heel af en toe komt er goud uit de ketel, zoals toen ik voor het eerst de verdomd aanstekelijke Wankelmut remix van ‘Jungle’ te horen kreeg, een liedje van Emma Louise. Die Emma Louise blijkt na wat opzoekwerk een bedeesde Australisch zangeres te zijn, die in mei debuteerde met ‘Vs Head Vs Heart’, een introverte luisterplaat.  

Laura Marling - Little Love Caster
uit het album 'Once I Was An Eagle'


Folkfee Laura Marling zal voor altijd een jaar jonger dan mezelf blijven. De adelbrieven die ze op haar jeugdige leeftijd kan voorleggen zijn ronduit indrukwekkend. De Engelse van aristocratische komaf  debuteerde op haar achttiende en bracht in mei haar vierde plaat uit. En passant brak ze het hart van Charles Fink en James Mumford, voormannen van respectievelijk Noah And The Whale en Mumford & Sons. Qua muzikale maturiteit overklast ze hen met grote voorsprong. Intussen is ze de grote plas overgestoken en resideert ze aan de Amerikaanse westkust. Om Joni Mitchell, met wie ze vaak wordt vergeleken, te parafraseren: “She is a wild seed, let the wind carry her”.


Geen opmerkingen: