Het vaderschap verandert alles,
ook de fietsroute naar het werk. Mijn vroegere parcours is, met de Visserij, de
Henegouwenstraat, de Zwartezusterstraat en de Oude Houtlei in koninklijk rood, een paradijs voor
fietsers. Nu ik Siem moet afzetten aan het kinderdagverblijf op de Isabellakaai
zie ik me echter genoodzaakt de Blandijnberg te bedwingen. Dat is niet bepaald
een buitencategorie tourcol, maar toch Gents steilste, hoogste en – in alle
eerlijkheid - enige heuvel. Gelukkig kan ik naast mijn zoon ook mijn fietskar
stallen bij de crèche, zodat ik zonder onnodige ballast aan de klim kan
beginnen. Die gaat in trapjes: om glasscherven op de weg te vermijden ga ik
voor een alternatief tracé dat zich via Stalhof, Benedictijnenstraat en
Kramersplein naar boven slingert. Daarmee vermijd ik de Overpoortstraat, die op
een doordeweekse ochtend tijdens het academiejaar, ondanks de invoering van een
glasverbod, dikwijls bezaaid ligt met scherven. Ook langs mijn sluiproute
blijft het opletten: zelfs met de blik strak op het wegdek gericht rijd ik
weleens over glas. Ik houd er de dwangneurose aan over om bij elk rood licht of
ander oponthoud mijn bandenspanning te controleren.
Op de kasseitjes van het
Kramersplein is het vaak genoeg laveren tussen honderden platgetreden plastieken
bekertjes. Dat is de keerzijde van het glasverbod, al zou je van al die jonge
high potentials toch mogen verwachten dat ze het fatsoen hebben hun beker in de
vuilnisbak te gooien. Niet dus. Misschien moet men het succesrecept van de
herbruikbare bekers tijdens de Gentse Feesten ook op de studentenbuurt
toepassen. Glas en afval zijn niet de enige hindernissen op weg naar de top:
occasioneel tref je er een beschonken student aan die de weg naar zijn kot
lijkt te zijn kwijtgeraakt, en het gebeurt weleens dat ik langs hoopjes
braaksel heen moet slalommen. Het is duidelijk dat de fietspendelaar die de
Blandijnberg over moet naast een kloek paar kuiten beter ook over een stevige
maag beschikt.
©: DJI https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20180327_03432751 |
Wie alleen al bij de gedachte aan
‘The Birds’ van Alfred Hitchcock begint te klappertanden blijft ’s ochtends beter
uit de buurt van de Overpoort: een meeuwenkolonie heeft er postgevat. Deze
vogels verschillen al bij al niet zoveel van studenten: ze zijn met veel, laten
zich graag horen en lusten ook graag een frietje van ‘Bij Julien’. Die zijn talrijk
op het wegdek terug te vinden, naast diverse andere etensresten. De meeuwen
zorgen voor een nautisch sfeertje in de enige wijk van Gent-Aan-Zee die, als de
klimaatapocalyps zich zou voltrekken, prominent boven de zeespiegel zal
uittorenen. Wat nu bekend staat als de Boekentoren zal dan dienstdoen als vuurtoren,
en de meeuwen zullen zich terug tegoed moeten doen aan maritieme prooien. Ik
laat het niet aan mijn hart komen, en smijt me vol overgave in de afdaling van
de Sint-Kwintensberg, freewheelend naar het drukste fietspad van de stad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten