Een quasi willekeurig gerangschikte top tien van quasi
willekeurig gekozen songs vanop albums die de quasi willekeurige album top tien
niet hebben gehaald.
10. The Pains of Being Pure At Heart - My Only
Aanvankelijk een Shoegazeband,
maar na tien jaar zijn de scherpe kantjes er wat van afgevijld. Frontman Kip
Berman (jawel, hij heet echt Kip) pent nog steeds benijdenswaardige melodieën
neer, maar zijn stem is krakerig en zijn teksten melig. De emoties zijn echt, en dat is wat telt. Hij
klinkt verliefder dan ooit, en werd daarenboven ook nog eens vader. Ik ken het
gevoel: aan liefde zijn geen grenzen.
9. Björk - Blissing Me
Björk telt al 52 lentes, maar
haar stem is nog net zo lentefris als in haar beginjaren. Getuige deze single
uit haar nieuwe album Utopia, waarin ze klinkt als een kruising tussen Joanna
Newsom en Vashti Bunyan: sowieso geen slechte referenties. Die nieuwe plaat
klokt af op meer dan 70 minuten, maar verveelt geen seconde, tenminste als je
geen buikpijn krijgt van twaalfkoppige fluitensembles. Straffe madam, die dochter van Guðmundur.
8. James Elkington - Make it up
Als ik het gitaarspel van James
Elkington hoor, krijg ik het idee dat Nick Drake verrezen is, terwijl zijn
bariton David McComb van The Triffids in herinnering brengt. U begrijpt dat ik
de man zijn debuutplaatje wel kan smaken. Hij verdiende zijn sporen als side guitarist bij onder andere Jeff
Tweedy, Steve Gunn en Richard Thompson, maar nu treedt hij prominent op de
voorgrond. Hij komt op 18 april naar Trefpunt in Gent: ik zorg dat ik er bij
kan zijn.
7. Spinvis - Stefan en Lisette
Spinvis’ gelijknamige debuut ligt
al 15 jaar achter ons. Ik zat toen in het eerste middelbaar. Die plaat, en de
plaat die erop volgde drie jaar later (Dagen van gras, dagen van stro), zijn
onlosmakelijk verbonden met mijn ontgroeningsjaren. Ze bederven niet, ik weet
ze nog steeds te smaken. Dit jaar kwam Erik de Jong op de proppen met zijn
vierde plaat, Trein Vuur Dageraad. Alweer een collectie prettige liedjes waarin
hij zijn branie en kunde in de Nederlandse taal tentoonspreidt. Deze Stefan en
Lisette, een zoete ballade met een bitter einde, vormt daaruit het hoogtepunt.
6. Ryan Adams - Doomsday
Ik ervaar het als een troostende
gedachte dat hartstocht niet vergaat met de jaren. Zeventien jaar na ‘Heartbreaker’
is het vuur in Ryan Adams’ hart nog steeds laaiende. Kundig op toon gezet met
een aardig gitaarrifje en een zeer aanwezige mondharmonica: de dadrocker in mij is helemaal mee.
5. Sufjan Stevens, Bryce Dessner, Nico Muhly - Mercury
2017 bracht geen nieuwe plaat van
Sufjan Stevens, en dat is balen. Gelukkig trakteerde hij ons, met Bryce Dessner
van The National en componist Nico Muhly, op een interplanetaire trip door ons
zonnestelsel. Mercurius, de laatste track en tevens de planeet het dichtst bij
de zon, vormt de climax van de reis. Een intieme Sufjan à la Carrie &
Lowell meets minimalisme à la Steve Reich: de mayonnaise pakt.
4. Rostam - Gwan
Rostam Batmanglii trok voor onbepaalde tijd de deur achter
zich dicht bij Vampire Weekend, een muzikale aderlating waarvan ik betwijfel of
de band het te boven kan komen. Gelukkig is Rostam nog steeds actief in de
studio. Vorig jaar met een uitstekende duoplaat met Hamilton Leithauser, dit
jaar met zijn solodebuut Half-Light. Het contemplatieve ‘Gwan’ is een blinkend artpoppareltje.
3. (Sandy) Alex G - Bobby
Een banjo, een viooltje, een
dubbele countrysnik: wat een heerlijk nummer is dit. Zonder meer één van de
revelaties van het jaar, het album Rocket van (Sandy) Alex G. Blijkbaar al zijn
derde album: ik heb wat in te halen!
2. The XX - On hold
Van een treurwilg in de winter (kaal, neerhangende takken) naar
een tulpenboom in de lente (dikke, witroze bloemen): zo kan je de metamorfose van
The XX op haar derde plaat, I See You, omschrijven. Onder impuls van de man aan
de knoppen, Jamie Smith (aka Jamie XX), die op zijn soloplaat In Colours al zonnigere
oorden opzocht, klinkt de band vrolijker dan ooit.
1. Arcade Fire - Everything Now
Donderdag 29 juni, valavond op een weide in Werchter. Dat ik
enkele dagen later vader zou zijn, had ik niet kunnen voorspellen. Er was wel enige
ongerustheid dat mijn zoon zich, om zijn papa te pesten, tijdens een optreden
van Arcade Fire of Radiohead uit mama’s buik zou willen murwen. Hij heeft
gelukkig gewacht tot mijn terugkeer, anders had ik een geweldig feestje gemist.
De beginnoten van ‘Everything Now’ waren voldoende voor een collectieve springdans.
Een Abbaësk deuntje en – hemeltjelief- een panfluit: normaal gezien genoeg om
te gaan lopen. Niet als Arcade Fire er zich aan waagt. Dat de rest van de plaat
behoorlijk is, maar veel minder dan de vier die er aan vooraf gingen, was niet eens nefast voor de feestvreugde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten