In zijn frustratie over het talmen van onze regeringen inzake de vermindering van broeikasgasemissies richt Nic Balthazar, een van de voorvechters van de Klimaatzaak, zijn pijlen op klimaatadaptatie (DS 26/01/23). Klimaatadaptie is collectieve zelfmoord, stelt hij onomwonden. Het zou ook in strijd zijn met het ‘goede huisvaderschap’. Daarbij legt hij de link naar de rechterlijke uitspraak in de Klimaatzaak. Die zaak ging nochtans uitsluitend over klimaatmitigatie, het verminderen van de broeikasgasuitstoot om verdere klimaatverstoring te vermijden.
De uitstoot in ons land moet
volgens de uitspraak van de Klimaatzaak met 55% verminderen in 2030 ten
opzichte van 1990, wat een serieus tandje bij is ten opzichte van de huidige
trend, en ook meer is dan de 47% die Europa van ons land vraagt. De
klimaatwetenschap is – zoals Balthazar aanhaalt – glashelder als het over de
noodzaak van uitstootreductie gaat: tegen halverwege deze eeuw moeten we
koolstofneutraal zijn willen we het klimaat stabiliseren op 2° opwarming ten
opzichte van het pre-industriële klimaat. We moeten ons ook niet wegstoppen
achter een relatief klein aandeel van ons land in de globale uitstoot om onze
verantwoordelijkheid te ontlopen. Met onze rijkdom en innovatiekracht kunnen we
zelf het goede voorbeeld geven. Yes, we can! Niets van dat alles moet
echter in de weg staan dat we ook aan klimaatadaptatie moeten werken. De wereld
schuurt al gevaarlijk dicht aan tegen de 1.5° C opwarming die het Parijsakkoord
van 2015 tot streefdoel had gesteld. Aan de gevolgen van de klimaatverandering
die we vandaag al kennen valt dan ook niet te ontkomen, maar dienen we ons dus
zo goed mogelijk aan te passen. Al deze aanpassingsmaatregelen vallen onder de
noemer van klimaatadaptatie.
In augustus 2003 werd West-Europa
geteisterd door een hittegolf, die uiteindelijk in Frankrijk alleen al aan ruim
14000 mensen het leven koste. Sindsdien kenden we nog veel meer hittegolven,
waarvan sommige heter en langer dan die van 2003. Toch vielen er bij die
opeenvolgende hittegolven met name in Frankrijk veel minder doden. Met een
nationaal hitteplan, opgesteld in 2004, verliep de aanpak van die hittegolven
veel gestroomlijnder. Hier in eigen land kende de Vesdervallei in 2021 een
desastreuze waterbom die aan 41 mensen het leven kostte, een veelvoud ervan dakloos maakte, en de
financiële schade in de miljarden deed oplopen. Willen we de desastreuze
gevolgen van dergelijke klimaatrampen minimaliseren, zullen we dan ook moeten
inzetten op adaptatie: ruimte geven aan water in valleien, natte natuurgebieden
inzetten om water te absorberen, en waterveilig bouwen. Klimaatadaptatie is dus
allerminst collectieve zelfmoord. In tegendeel: klimaatadaptatie redt levens.
Klimaatadaptatie is niet in
strijd met klimaatmitigatie, maar is er complementair aan. Om de frequentie en
ernst van klimaatrampen in de toekomst te vermijden, moet de
broeikasgasuitstoot snel omlaag. Het is de verdienste van de Klimaatzaak dat ze
de regeringen in ons land op hun verantwoordelijkheid inzake wijst. Tegelijkertijd
mogen we niet uit het oog verliezen dat we ons zo goed mogelijk moeten
voorbereiden en aanpassen aan de gevolgen van de klimaatverandering die we
vandaag al kennen en zelfs bij de meest optimistische uitstootprognoses nog
vaker en heviger zullen optreden. Overigens zijn er verschillende maatregelen
die zowel in het licht van klimaatmitigatie als klimaatadaptatie nuttig zijn.
Een goed geïsoleerd huis verbruikt niet enkel veel minder energie
(klimaatmitigatie), maar is ook veel beter bestand tegen zomerse hitte
(klimaatadaptatie). Natte natuur zorgt niet enkel voor waterberging die ons
zowel tegen droogte als overstromingen beschermt (klimaatadaptatie), maar haalt
ook koolstof uit de atmosfeer (klimaatmitigatie). De uitdaging van
klimaatverandering is te groot om alle eieren in één mand te leggen.