Sinds
enkele maanden ben ik in het bezit van een volwassen linkerhand, te herkennen
aan twee attributen: een horloge en een ring. Het horloge kreeg ik van mijn
grootmoeder, in naam van mijn overleden grootvader. Gedaan met de tijd te
slijten zonder ik er erg in heb, voortaan verlopen mijn dagen in een strak
keurslijf van uren, minuten en seconden. De ring om mijn ringvinger is een
geliefd voorwerp om aan te frunniken. Mijn vinger is er nog niet mee vergroeid,
ik kan hem nog gemakkelijk uit doen. Op de binnenkant staan twee namen en een
datum gegraveerd: Iebe en David 18-06-2016.
Vrijdag
17 juni is een zonnige dag. Na de middag stap ik met Iebe naar het station van
Gentbrugge, waar we afscheid nemen voor een halve dag en een volle nacht.
Vervolgens pik ik thuis mijn kostuum op en neem ik de bus naar het centrum van
de stad. Ik laat mijn pak bij mijn ouders achter en trek naar de platenhandel
om het nieuwste album van Radiohead te kopen. Te voet terug naar huis besluit
ik om vanaf het Keizerpark de Schelde te volgen. Ik ben een man van omwegen. Er
groeien veel bloeiende braamstruiken langs de dijk, de belofte van een mooie
oogst. Als ik de kerktoren van Gentbrugge in het zicht krijg besluit ik naar
het kerkhof te gaan. Ik ga eerst langs bij het graf van mijn vaders vader. In
stilte vertel ik hem over wat de dag erop gepland staat. Ik bedank hem ook voor
het postume geschenk om mijn pols. Vervolgens ga ik naar het graf van de ouders
van mijn moeder. Ook hen vraag ik geruisloos om hun zegen. Ik praat zelden met
de doden, maar die dag komt het me voor als een zinvolle bezigheid. Ze hielden
van mij, en ik van hen. Op hun beurt hadden ze ouders en grootouders die van
hen hielden. Ik bedenk dat al die generaties een schakel van liefde vormen die
ieder van ons met elkaar verbindt, terug tot in de nevelen van de tijd.
Op onze
piano staat een balkvormige steen, met gravures op alle zijden met uitzondering
van de onderzijde. Een geschenk dat met veel toewijding werd gemaakt op een
eiland voor de kust van Wales; echt monnikenwerk. Hoewel het geen grafsteen is,
staan er ook namen en een datum op gegraveerd: dezelfde namen en datum als op
de ring aan mijn linker ringvinger.
Zaterdag
18 juni is fris en regenachtig. Maanden vooraf hadden we vol vertrouwen een dag
in juni uitgekozen, voor een trouwfeest dat evengoed een midzomerfeest zou
kunnen zijn. Een feest dat onder een open hemel zou plaatsvinden, met de zon
als benevolente schenker van warmte, licht en sfeer. Onze ouders hadden zich op
voorhand uitvoerig zorgen gemaakt over het weer, onze keuze voor een
buitenlocatie indachtig. Ik heb hen steeds vol vertrouwen gezegd dat het weer
prachtig zou zijn op onze grote dag. Naarmate 18 juni dichterbij kwam en de
weersvoorspellingen convergeerden naar de status ‘wisselvallig en koel’ werd
duidelijk dat mijn verwachtingen niet met de werkelijkheid zouden
overeenstemmen. “Mariage pluvieux, mariage heureux”, had een wijze collega me vooraf gezegd. Ik
geef haar graag gelijk. De zon was nauwelijks van de partij, er stond een
frisse wind en nu en dan werden we vergast op zachte regen. Naar de avond toe
werd de neerslag intenser. Het kon de sfeer niet bederven. Tenten en
terrasverwarming hielden iedereen droog en warm. Als blijdschap en plezier een
meetbaar temperatuurseffect zouden genereren dan hadden de terrasverwarmers tot
niets gediend. Er werd gegeten, gedronken, gelachen en gedanst; iedereen had
het naar zijn zin. Een bruiloft zoals we het gewenst hadden, waarbij de gasten
delen in onze vreugde.
Naast
onze huwelijkssteen staat een boeket bloemen in een lege bokaal. Het is verdord,
maar nog steeds in vorm. Het blauw van de korenbloemen is naar lichtroze vergleden,
terwijl in de rest van het boeket niet veel kleur meer valt te bespeuren. Op de
dag zelf zag het eruit of iemand net een soortenrijke berm had afgestruind om
het boeket bijeen te plukken: wild en spontaan.
Het is
op weg naar de bloemist, op het Sint-Baafsplein, dat ik Iebe in haar volle
bruidsornaat zie. Ze ziet er prachtig uit. Na een theatrale aanloop val ik in
haar armen. Als we anderhalf uur later de veel te grote Sint-Michielskerk
binnenwandelen, blijkt Iebes wilde bruidsboeket beter stand te houden dan mijn
corsage, dat relatief snel de strijd met de zwaartekracht verliest.
Aanvankelijk waren we niet van plan ons huwelijk voor de Kerk te laten
voltrekken, maar uiteindelijk besluiten we het wel te doen omwille van het rituele
kader dat het ons aanbiedt. Zo hoeven we geen beroep te doen op onze beperkte
creativiteit om zelf met een ceremonie te komen aandraven. Onze keuze loont: de
priester heeft mooie persoonlijke woorden voor ons veil in zijn homilie, de
muzikale omlijsting bezorgt menig aanwezige kippenvel en de teksten van de
woorddienst vormen een zinvol geheel. Het evangelie is van Johannes, met
misschien wel de allerbelangrijkste evangelische imperatief: “Dit draag Ik
jullie op: dat je elkaar liefhebt”.
Dat we
elkaar liefhebben mag naderhand duidelijk zijn, maar daar houdt het wat mij
betreft niet op. Een wijze collega drukt het, geheel in de geest van het mathematisch
programmeren waarin ze uitblinkt, als volgt uit: “liefde is een ongebonden variabele”.
Liefde kent geen harde grenzen. Ik houd oprecht van iedereen die we die dag
deelgenoot maakten van ons geluk. Het spijt me dat ik er zelden toekom om het
hen expliciet te zeggen. Het liefhebben zelf heb ik altijd beheerst, het onder
woorden brengen valt me moeilijker. Mijn familie: het spreekt voor zich dat ik hen
liefheb. Mijn uitgebreide schoonfamilie idem: wat heb ik die mensen graag. Mijn
vrienden: uiteraard. Iebes vriendinnen: evenzeer. Laten we gemakshalve in de
toekomst van onze vrienden spreken. Mijn collega’s: ook hen ben ik genegen. In
tegenstelling tot liefde kent de capaciteit van een feestlocatie wel absolute
grenzen, anders had ik er nog veel meer uitgenodigd. Vrienden van onze ouders:
waarom zouden we ook hen niet liefhebben? De lijst van mensen die we graag zien
is uiteraard niet beperkt tot de gastenlijst van ons huwelijk. Wat 18 juni 2016
zo bijzonder maakte is niet alleen de bezegeling van ons huwelijk, maar ook het
feit dat er zoveel mensen die we graag zien samen waren op dezelfde dag, zelfde
plek. Zo’n gebeurtenis vindt normalerwijs hooguit één keer plaats in een
mensenleven. Ter volledigheid had er op de binnenkant van mijn trouwring het
volgende kunnen staan: Iebe en David, en allen die ze liefhebben. 18.06.2016:
ons feest van de liefde.