woensdag 24 december 2014

Daafs Selectie 2014

Hoewel de oogst in 2014 niet zo rijkelijk lijkt als tijdens de voorafgaande jaargang zijn er toch een aantal platen die als ‘grand cru’ mogen geëtiketteerd worden. Omdat elke zichzelf respecterende muziekredactie tegenwoordig met een ranking komt aandraven verblijdt Daafs Blog u met een hoogstpersoonlijke Top Tien. Zonder de minste pretentie weliswaar: deze rangschikking is het product van toeval, beïnvloeding en een onderontwikkelde muzikale smaak.

 10. Vashti Bunyan – Heartleap


In een carrière die bijna vijftig jaar omspant bracht Vashti Bunyan amper drie platen uit. Midden jaren zestig werd ze een Next Big Thing genoemd, maar ze koos voor het pad van een Never Has Been. Ze keerde zich af van de muziekindustrie en wijdde haar leven aan het grootbrengen van kinderen. Haar debuut ‘Just Another Diamond Day’, dat bij de release in 1970 nauwelijks de kassa deed rinkelen, groeide in de loop der jaren uit tot een cultalbum.  In 2006 volgde een tweede langspeler en tenslotte dit jaar de (naar eigen zeggen) laatste. Hoewel Vashti intussen op leeftijd is, klinkt haar stem nog net zo fragiel als in haar jonge jaren. ‘Heartleap’ staat bol van rake poëtische observaties van een oudere dame, verklankt als delicate wiegeliedjes. 

9. Sharon Van Etten – Are You There


Sharon Van Etten is een zangeres met kleine droevige ogen en grote gevoelens. Dat laatste blijkt toch uit haar werk, waarin neerslachtigheid en liefdesverdriet de toon aanvoeren. Drie jaar geleden zag ik haar in het voorprogramma van The National in Vorst. Toen kon ze me nog niet overtuigen. Misschien was ik mentaal nog niet klaar voor de snik in haar stem, die voor onervaren oren wat zeurderig kan overkomen. Intussen kan ik er nauwelijks genoeg van krijgen. 


8. Mac Demarco - Salad Days


Zowel de indrukwekkende spleet tussen zijn bovenste voortanden als zijn slackersound passen perfect bij de nonchalante attitude van deze maffe Canadees. De songs op 'Salad Days' schijnen met sprekend gemak bij elkaar te zijn gedjangeld maar zijn in werkelijkheid gesofisticeerder dan een oppervlakkige beluistering zou doen vermoeden.

7. Grouper – Ruins


Grouper haalde vorig jaar al Daafs Selectie met het veelgelaagde ‘The Man Who Died In His Boat’. Het dit jaar verschenen ‘Ruins’, opgenomen in 2011 in een strandhuis bij het Portugese plaatsje Aljezur,  overtreft de vorige release. De tracks zijn erg naakt: piano, stem, statische ruis en achtergrondgeluiden volstaan om de diepste ontroering te weeg te brengen. Liedjes die een plaats, een tijd of een gevoel evoceren dat al lang tot een ruïne is vervallen in het landschap van het feilbare geheugen.

6. Odesza - In Return


Odesza, een duo uit het sombere Seattle, brengt elektronische muziek van het zonnige type, nu en dan gelardeerd met allerhande exotische bliepjes en uitstekende guest vocals. ‘In Return’ is de plaat van de bevestiging, na het veelgesmaakte debuut ‘Summer’s Gone’ uit 2012. Met deze schijf hoeft de zomer nooit gedaan te zijn. Enkele reis naar de planeet Euforia of het mythische morgenland in Boom, in gedachten.

5. FKA Twigs – LP1


De eerste LP van ‘Video Girl’ FKA Twigs klinkt allerminst alledaags, noem het gerust hedendaagse toekomstmuziek vol tegentijdse beats en futuristische geluidseffectjes. In theorie een recept voor een abstract en afstandelijk  studioalbum, maar dat is buiten Twigs’ sensuele stem gerekend. Zet je koptelefoon op en het lijkt alsof ze in je nekt hijgt. Jawel: dit is de seksplaat van het jaar. Als het gehijg en gekreun je daar niet van overtuigen kan je altijd het tekstboekje raadplegen: “My thighs are apart for when you’re ready to breathe in/Suck me up, I’m healing with all the shit you’re dealing.” In realiteit deelt ze al enkele maanden de lakens met Robert Pattinson, al kan ze net zo goed zonder (slotnummer ‘Kicks’ laat weinig aan de verbeelding over wat dat betreft). 

4. Amatorski – From Clay To Figures


Het is niet uit chauvinisme dat deze Gentenaars op een eervolle vierde plaats prijken. Jammer genoeg is het moeilijk om als Belgische band door de landsgrenzen te breken, zelfs al breng je een onwezenlijk mooi album uit. De Britse kwaliteitskrant The Guardian pikte wel eerste single ‘Hudson’ op, helaas zonder veel gevolg. ‘From Clay To Figures’ is gegarandeerd een meesterstuk. Elke poging om deze muziek in een bepaald hokje onder te brengen is onzinnig. Noem het geen triphop of postrock. Dit is als kraakhelder water in een bergkreekje , veelkleurig als licht dat door een prisma gebroken wordt.  Oorvoer voor dromers.  

3. How To Dress Well – What Is This Heart?


Het derde album van singer-songwriter Tom Krell is het rijkste in het rijtje: een pakket van twaalf perfect geproduceerde songs die de schemerzone tussen R&B, indie en elektro verkennen. Eerste single ‘Repeat Pleasure’ maakte de belofte van zijn titel met verve waar. Het is me niet gelukt die track grijs te draaien, zelfs na talloze pogingen. De rest van de plaat getuigt van hetzelfde hoge niveau. Krells kopstemmetje valt moeilijk te evenaren, al blijf ik proberen. Very hipster look heeft die gast trouwens: dat snorretje en die opgetrokken witte kousen!

2. The War On Drugs – Lost in the Dream


Adam Granduciel eert zijn helden. Voor mij geen bezwaar, zijn helden zijn ook mijn helden. ‘Burning’ klinkt als Bruce Springsteen, terwijl zijn frasering  bij momenten verdacht dylanesk overkomt. Ook Dire Straits en Tom Petty  komen af en toe om de hoek loeren. De referenties zijn duidelijk, maar de man heeft onmiskenbaar een eigen smoelwerk. De inclinatie om songs op sfeervolle wijze uit te rekken, bijvoorbeeld. Of het gevoel voor timing, waarmee hij songs zoals ‘An Ocean in Between the Waves’ pas laat uitbarsten als het vuurtje voldoende is opgestookt. ‘Lost in the Dream’ is naar verluidt het product van liefdesverdriet en depressie. Droefenis destilleren tot muziek waar duizenden zich in kunnen verliezen, het is een kenmerk van de groten.    

1. Real Estate – Atlas


Het goud gaat naar een album dat in vele lijstjes over het hoofd werd gezien. Onterecht. ‘Atlas’ is de derde worp van deze jongens uit New Jersey en ligt muzikaal in de lijn van het eerdere werk. Wat een heerlijke finesse schuilt er in het samenspel van sologitaar, slaggitaar en wandelende bas. Maar er is meer: wat aan de oppervlakte een verzameling aanstekelijke gitaarpopdeuntjes is, wordt in de diepte een reflectie over het verstrijken van de tijd. Zoals de namiddagzon die door de halfopen zonnewering naar binnen komt, waarbij het verstrijken van de uren wordt verraden door het verschuiven van de schaduw.  Als een wolkenruim in voortdurende beweging, maar evengoed als de grijze haren die een steeds groter deel mijn kruin opeisen.