Hoewel de oogst in 2014 niet zo
rijkelijk lijkt als tijdens de voorafgaande jaargang zijn er toch een aantal
platen die als ‘grand cru’ mogen geëtiketteerd worden. Omdat elke zichzelf
respecterende muziekredactie tegenwoordig met een ranking komt aandraven
verblijdt Daafs Blog u met een hoogstpersoonlijke Top Tien. Zonder de minste
pretentie weliswaar: deze rangschikking is het product van toeval, beïnvloeding
en een onderontwikkelde muzikale smaak.
In een carrière die bijna vijftig
jaar omspant bracht Vashti Bunyan amper drie platen uit. Midden jaren zestig
werd ze een Next Big Thing genoemd,
maar ze koos voor het pad van een Never
Has Been. Ze keerde zich af van de muziekindustrie en wijdde haar leven aan
het grootbrengen van kinderen. Haar debuut ‘Just Another Diamond Day’, dat bij
de release in 1970 nauwelijks de kassa deed rinkelen, groeide in de loop der
jaren uit tot een cultalbum. In 2006 volgde
een tweede langspeler en tenslotte dit jaar de (naar eigen zeggen) laatste.
Hoewel Vashti intussen op leeftijd is, klinkt haar stem nog net zo fragiel als
in haar jonge jaren. ‘Heartleap’ staat bol van rake poëtische observaties van
een oudere dame, verklankt als delicate wiegeliedjes.
9. Sharon Van Etten – Are You There
Sharon Van Etten is een zangeres
met kleine droevige ogen en grote gevoelens. Dat laatste blijkt toch uit haar
werk, waarin neerslachtigheid en liefdesverdriet de toon aanvoeren. Drie jaar
geleden zag ik haar in het voorprogramma van The National in Vorst. Toen kon ze
me nog niet overtuigen. Misschien was ik mentaal nog niet klaar voor de snik in
haar stem, die voor onervaren oren wat zeurderig kan overkomen. Intussen kan ik
er nauwelijks genoeg van krijgen.
8. Mac Demarco - Salad Days
Zowel de indrukwekkende spleet
tussen zijn bovenste voortanden als zijn slackersound passen perfect bij de nonchalante attitude van deze
maffe Canadees. De songs op 'Salad Days' schijnen met sprekend gemak bij elkaar te zijn
gedjangeld maar zijn in werkelijkheid gesofisticeerder dan een oppervlakkige
beluistering zou doen vermoeden.
7. Grouper – Ruins
Grouper haalde vorig jaar al
Daafs Selectie met het veelgelaagde ‘The Man Who Died In His Boat’. Het dit
jaar verschenen ‘Ruins’, opgenomen in 2011 in een strandhuis bij het Portugese
plaatsje Aljezur, overtreft de vorige
release. De tracks zijn erg naakt: piano, stem, statische ruis en
achtergrondgeluiden volstaan om de diepste ontroering te weeg te brengen.
Liedjes die een plaats, een tijd of een gevoel evoceren dat al lang tot een ruïne
is vervallen in het landschap van het feilbare geheugen.
6. Odesza - In Return
Odesza, een duo uit het sombere Seattle,
brengt elektronische muziek van het zonnige type, nu en dan gelardeerd met
allerhande exotische bliepjes en uitstekende guest vocals. ‘In Return’ is de
plaat van de bevestiging, na het veelgesmaakte debuut ‘Summer’s Gone’ uit 2012.
Met deze schijf hoeft de zomer nooit gedaan te zijn. Enkele reis naar de
planeet Euforia of het mythische morgenland in Boom, in gedachten.
5. FKA Twigs – LP1
5. FKA Twigs – LP1
De eerste LP van ‘Video Girl’ FKA
Twigs klinkt allerminst alledaags, noem het gerust hedendaagse toekomstmuziek
vol tegentijdse beats en futuristische geluidseffectjes. In theorie een recept
voor een abstract en afstandelijk
studioalbum, maar dat is buiten Twigs’ sensuele stem gerekend. Zet je
koptelefoon op en het lijkt alsof ze in je nekt hijgt. Jawel: dit is de
seksplaat van het jaar. Als het gehijg en gekreun je daar niet van overtuigen
kan je altijd het tekstboekje raadplegen: “My thighs are apart for when you’re
ready to breathe in/Suck me up, I’m healing with all the shit you’re dealing.” In
realiteit deelt ze al enkele maanden de lakens met Robert Pattinson, al kan ze
net zo goed zonder (slotnummer ‘Kicks’ laat weinig aan de verbeelding over wat
dat betreft).
4. Amatorski – From Clay To Figures
Het is niet uit chauvinisme dat
deze Gentenaars op een eervolle vierde plaats prijken. Jammer genoeg is het
moeilijk om als Belgische band door de landsgrenzen te breken, zelfs al breng
je een onwezenlijk mooi album uit. De Britse kwaliteitskrant The Guardian pikte
wel eerste single ‘Hudson’ op, helaas zonder veel gevolg. ‘From Clay To
Figures’ is gegarandeerd een meesterstuk. Elke poging om deze muziek in een
bepaald hokje onder te brengen is onzinnig. Noem het geen triphop of postrock.
Dit is als kraakhelder water in een bergkreekje , veelkleurig als licht dat
door een prisma gebroken wordt. Oorvoer voor dromers.
3. How To Dress Well – What Is This Heart?
Het derde album van
singer-songwriter Tom Krell is het rijkste in het rijtje: een pakket van twaalf
perfect geproduceerde songs die de schemerzone tussen R&B, indie en elektro
verkennen. Eerste single ‘Repeat Pleasure’ maakte de belofte van zijn titel met
verve waar. Het is me niet gelukt die track grijs te draaien, zelfs na talloze
pogingen. De rest van de plaat getuigt van hetzelfde hoge niveau. Krells
kopstemmetje valt moeilijk te evenaren, al blijf ik proberen. Very hipster look heeft die gast trouwens:
dat snorretje en die opgetrokken witte kousen!
2. The War On Drugs – Lost in the Dream
Adam Granduciel eert zijn helden. Voor
mij geen bezwaar, zijn helden zijn ook mijn helden. ‘Burning’ klinkt als Bruce
Springsteen, terwijl zijn frasering bij
momenten verdacht dylanesk overkomt. Ook Dire Straits en Tom Petty komen af en toe om de hoek loeren. De referenties zijn duidelijk, maar de
man heeft onmiskenbaar een eigen smoelwerk. De inclinatie om songs op sfeervolle
wijze uit te rekken, bijvoorbeeld. Of het gevoel voor timing, waarmee hij songs
zoals ‘An Ocean in Between the Waves’ pas laat uitbarsten als het vuurtje
voldoende is opgestookt. ‘Lost in the
Dream’ is naar verluidt het product van liefdesverdriet en depressie. Droefenis
destilleren tot muziek waar duizenden zich in kunnen verliezen, het is een
kenmerk van de groten.
1. Real Estate – Atlas
Het goud gaat naar een album dat
in vele lijstjes over het hoofd werd gezien. Onterecht. ‘Atlas’ is de derde
worp van deze jongens uit New Jersey en ligt muzikaal in de lijn van het
eerdere werk. Wat een heerlijke finesse schuilt er in het samenspel van sologitaar,
slaggitaar en wandelende bas. Maar er is meer: wat aan de oppervlakte een
verzameling aanstekelijke gitaarpopdeuntjes is, wordt in de diepte een
reflectie over het verstrijken van de tijd. Zoals de namiddagzon die door de
halfopen zonnewering naar binnen komt, waarbij het verstrijken van de uren
wordt verraden door het verschuiven van de schaduw. Als een wolkenruim in voortdurende beweging,
maar evengoed als de grijze haren die een steeds groter deel mijn kruin
opeisen.